SpironucleusSpirulina

Spironúcleus

Gatenziekte

Geslacht van eencellige ➛dinoflagellaten uit de familie van de Hexamitidae die de gevreesde gatenziekte veroorzaken. Komt met name voor bij Zuid-Amerikaanse cichliden, maar ook soorten uit andere gebieden zijn vatbaar. De ➛ziekte wordt niet beschouwd als besmettelijk, maar evengoed is het aan te raden zieke dieren in ➛quarantaine te plaatsen.

Spironucleus
De gatenziekte.
Deze uit zich met de volgende symptomen:Gezonde vissen ondervinden geen problemen met deze parasiet. Tekorten aan ➛vitaminen, ➛calcium en mineralen zijn de belangrijkste secundaire factoren die de ziekte veroorzaken. Ook ➛stress en eenzijdig voedsel kunnen hieraan bijdragen, zoals teveel ➛runderhart en ➛rode muggenlarven. Gebruik van ➛actief kool verwijdert belangrijke ➛sporenelementen uit het water, ververs op korte termijn meermalen een deel water na gebruik.

De ziekte is op termijn dodelijk, maar goed te behandelen in een vroeg stadium. In de handel zijn ➛geneesmiddelen (➛antibiotica) van verschillende merken verkrijgbaar op basis van metronidazol. Belangrijk is de kuur af te maken.

De ziekte wordt vaak verward met het verwante ➛Hexamita uit dezelfde familie. In het Engels hole-in-the-head of HITH genoemd.

Spirulina

= kronkeltjes.

Eiwit- en vitaminerijk plantaardig voedsel. Wordt in de regel als alg aangemerkt, maar is feitelijk een ➛bacterie, zoals alle ➛blauwalgen. Deze zijn intussen geplaatst binnen het geslacht Arthrospira.

Spirulina
De oorsprong van de naam Spirulina laat zich raden.

Deze bacterie groeit in compacte, spiraalvormige strengen, en komen oorspronkelijk voor in Centraal- en Oost-Afrika en Mexico. Vanwege de buitengewoon hoge voedingswaarde wordt het wereldwijd op grote schaal gekweekt, met name in Noord-Amerika en Azië. Behalve gevriesdroogd is het verkrijgbaar in pil- en poedervorm. Ook in de aquariumhandel, want ook aquariumdieren gedijen er goed op.

Het bevat veel vitaminen, 60 tot 70% (!) eiwit, mineralen en aminozuren. Ook bindt het ➛zware metalen actief, waardoor deze stoffen in sommige Spirulinaproducten onbedoeld in vrij hoge gehalten voorkomen. Verder beschermt het tegen meerdere gifstoffen, wat grotendeels is toe te schrijven aan de hoge concentratie aan bladgroen. Aanwezige sporenelementen zijn onder andere ➛borium, ➛calcium, ➛fosfor, ➛kalium, ➛ijzer, ➛koper, ➛magnesium, ➛mangaan, ➛molybdeen en ➛zink.

Als poeder is het geschikt voor ➛jongbroed en kan op het wateroppervlak worden gestrooid. Na verloop van tijd zinkt het naar de bodem. Daarom is het zaak er voor te waken dat daar te veel achter blijft en het water gaat belasten.