Stoffen die voor een organisme onmisbaar zijn voor een goede groei, maar uitsluitend in zeer kleine hoeveelheden. Een teveel ervan kan al snel tot een ➛vergiftiging leiden.
Voor planten zijn verschillende typen ➛plantenvoeding in de handel verkrijgbaar. Meestal bevatten die naast vooral ➛stikstof, ➛fosfor en ➛kalium ook de sporenelementen ➛ijzer, ➛zink, ➛koper, ➛borium, ➛mangaan, ➛magnesium en ➛molybdeen. Allemaal metalen in de vorm van ➛zouten. Soms komen die in poedervorm, maar meestal als vloeibare oplossing. Deze stoffen zijn noodzakelijk voor het functioneren van de plant en de vorming van stoffen waar deze niet zonder kan. Van ijzer is flink meer nodig dan van de overige sporenelementen. De dosering in water blijft echter ruim binnen de normen voor dieren, ook ➛garnalen.
Ook dieren hebben sporenelementen nodig voor hun groei. Vissen krijgen deze stoffen binnen met goede kwaliteit ➛voer, maar zorg voor variatie, zodat er geen teveel of tekort van een stof ontstaat. Het vissenlichaam reguleert middels ontlasting de in het lichaam benodigde hoeveelheid. Dat kost echter enige tijd, waardoor bij eenzijdige voeding het lichaam toch langzaam overbelast kan raken.
De meest gebruikte methode om aquariumwater te ➛verwarmen. Op de eerste indruk ➛levensgevaarlijk: 250 volt in een glazen buis, in water. Toch gaan over dit type verwarming weinig verhalen over noodlottige ongevallen de ronde, schijnbaar valt het met de veiligheid wel mee. In het handelsaanbod overheerst dit type dan ook in ruime mate.
In ruim 50 jaar tijd is het wat betreft vorm nauwelijks veranderd. Het is eenvoudig aan te brengen en te vervangen, redelijk betrouwbaar maar vooral goedkoop. In de simpelste vorm bestaat het uit een flinke reageerbuis van gehard glas met daarin een verwarmingsspiraal om een keramisch element en een ➛bimetaal als ➛thermostaat. Ook zijn er modellen zonder thermostaat, die dan los kan worden aangeschaft, eventueel elektronisch. In dat geval kan dan ook voor een onbreekbare, maar dure titanium variant worden gekozen. Om glasbreuk tot een minimum te beperken is het zaak om de staaf nooit op of in het grind te leggen. Ook mag de staafverwarmer aangesloten niet boven water worden gehouden, tenzij voor enkele seconden om te voelen of het apparaat nog werkt. Om de kans op breuk te verkleinen zijn sommige modellen van een kunststof mantel voorzien.
De thermostaat in deze verwarmers is hier en daar ondertussen door elektronica vervangen, maar het bimetaal is nog alom aanwezig. Het bimetaal is goedkoop, maar laat het nog wel eens afweten en blijft in het ergste geval 'hangen'. De temperatuur blijft dan stijgen, en als het een wat ruim bemeten verwarmer is, kan de temperatuur tot ver boven de 30° oplopen, iets wat soms pas na dagen of nog langer wordt opgemerkt. Voor veel dieren is dit op de langere duur dodelijk, reden waarom sommige liefhebbers de verwarmer liever niet te sterk kiezen. Eén of twee losse verwarmers met een aparte elektronische thermostaat zijn een veiliger oplossing, maar ook duurder.
Als de staafverwarmer zonder ➛stroming wordt gebruikt, zoals in kleine aquaria, treden gemakkelijk temperatuurverschillen op. Dit is enigszins te voorkomen door de verwarmer horizontaal bij de bodem te plaatsen. Door convectie stijgt het verwarmde water op en levert aldus een (zeer beperkte) stroming op. Verwacht daar echter geen wonderen van. Een klein ➛binnenfilter lost het probleem eenvoudig op zonder al te veel te kosten.
Behalve instelbare modellen zijn er modellen met een gefixeerde temperatuur, doorgaans 24 of 25° C.