HexamitaHippuris vulgaris

Hexámita

= met zes draden.

Geslacht van eencellige ➛dinoflagellaten uit de familie van de Hexamitidae. Deze kunnen optreden bij ➛bloat, en, alhoewel niet de veroorzakers, kunnen ze met hun hoge aantallen de problemen bij de vis wel verergeren. Vooral bij Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse cichliden komt deze variant geregeld voor. Een gezonde vis zal van de geregeld aanwezige parasiet echter weinig hinder ondervinden. Het zijn ook geen parasieten in die zin, dat de vis niet het doelwit van de eencellige is.

Hexamita laat zich moeilijk vaststellen, omdat de symptomen alle nogal van algemene aard zijn. Mogelijk zijn er geen specifieke symptomen. De ➛ziekte laat zich daarom snel verwarren met ➛Capillaria.

Symptomen kunnen zijn:

De ziekte vertoond meerdere overeenkomsten met buikwaterzucht (➛Ascites). Dit gaat echter meestal met vinrot gepaard en niet met witte ontlasting.

Hexamita kan zich zowel traag als zeer snel ontwikkelen; bij sommige soorten kan een dier er binnen een dag aan sterven.

Behandelen is mogelijk met een middel op basis van metronidazol, waarvan er meerdere verkrijgbaar zijn.

Lange tijd is aangenomen dat Hexamita de gevreesde gatenziekte (➛Spironucleus) veroorzaakt, maar daarover zijn sterke twijfels.

hexázona

= met zes banden.

Desmopúntius

hildebrándi

= naar Meek's assistent Hildebrand.

Tlaloc

hippuridoídes

= lijkt op Hippuris.

Limnóphila

Híppuris

= paardenstaart.

Klein geslacht van moerasplanten met 6 soorten uit de familie van de ➛Plantaginaceae.

Opgaande planten met in kransen staande, naaldvormige bladeren, groeiend vanuit een wortelstok. Stengels dik en hol. Voor het merendeel ongeschikt voor aquariumgebruik, de vijver is meer geschikt. Alleen de lidsteng is enigszins geschikt.

vulgáris

Linneaus 1753

Lidsteng

Inheems in Europa, West-Azië, Noord-Amerika, Groenland en Australië, in redelijk voedselrijk, zoet of licht brak water met weinig stroming, met een voorkeur voor kleigrond. In snel stromend water kunnen de planten lange, niet bloeiende stengels vormen. In België en Nederland algemeen.

Groeit als bij het geslacht vermeld. Bladeren in kransen van 12. Bladeren onder water minder stevig, breder en langer. Geelgroen.

Hoogte tot 1,5 m, breedte tot 7 cm.

Weinig eisende planten, die evenwel sterk wortelen en met de toppen door het oppervlak heen willen breken, reden om de plant geregeld terug te snoeien. Vraagt redelijk tot veel licht; plantenvoeding versnelt de groei. Niet te warm.

Vermeerdert zich via de wortelstok en door afgebroken stukjes.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 22° C

pH: 5-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500