DinoflagellatenDioecisch

Dinoflagellaten

= wervelende zweepdiertjes.

Groep van ➛flagellaten met een karakteristieke, spiralende beweging.

Diódia

= (langs het) pad.

Geslacht van moerasplanten met ten minste 20 soorten uit de familie van de ➛Rubiaceae.

Kleine kruidachtige planten en enkele struiken met opgaande, ronde of vierkante stengels waaraan tegenoverstaande, ➛sessiele bladeren, soms met een korte steel. In de bladoksels soms korte zijscheuten (kortloten) met twee bladeren. De meestal viertallige bloemen eveneens zittend in de bladoksels, of aan het eind van de stengel, wit, roze of lichtpaars. Kroonbladeren aan de binnenzijde deels behaard.

Verspreiding van Noord- tot en met Zuid-Amerika inclusief de Caraïben en Afrika, altijd op vochtige grond.

Enkele soorten zijn redelijk geschikt gebleken voor gebruik in het aquarium maar nog niet erg bekend.

kúntzei

Schumann 1888

Diodia kuntzei
Diodia kuntzei
Afkomstig uit Zuid-Amerika, met het noorden van Argentinië als zuidelijkste punt.

Groeiwijze als vermeld bij het geslacht. Smal elliptische bladeren, licht neergebogen, aan de top rood kleurend bij voldoende licht. Bloemen wit.

Hoogte tot 50 cm, breedte tot 8 cm.

De plant verdraagt weinig tot veel licht. CO₂ helpt, maar kan ook zonder. Wortelt sterk.

Te vermeerderen door afnemen van zijscheuten, bijvoorbeeld door na het ➛toppen de oude stengel te laten staan.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 20 tot 30° C

pH: 5-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Wordt ook wel aangeboden als Hygrophila sp. 'Pantanal'.

Dioecisch

Tweehuizig