Fotoautotroof

= Zelf voedend met licht.

Het vermogen van een ➛organisme om met behulp van ➛licht voedingsstoffen te vormen om zich daarmee te voeden. Planten zijn het meest duidelijke voorbeeld, maar ook sommige ➛bacteriën, zoals ➛blauwalgen.

Fotosynthese

= samenstellen met licht.

➛Assimilatieproces waarbij planten met lichtenergie suikers aanmaken uit ➛H₂O, water, en ➛CO₂, kooldioxide. Tijdens dit proces komt O₂, ➛zuurstof, vrij. De benodigde chemische energie daarvoor komt van bladgroenkorrels of ➛chloroplasten die met behulp van de kleurstof ➛chlorofyl de lichtenergie daarin omzetten. Plantenbladeren bestaan voornamelijk uit ➛cellen met daarin deze bladgroenkorrels en geven planten hun groene kleur.

fówleri

= naar Amerikaans zoöloog Fowler.

➛Corýdoras

francésae

= naar Frances Miller.

➛Skíffia

Franse Hardheid

➛fH

fransverméuleni

= naar de Nederlandse liefhebber Vermeulen.

➛Rachóvia

frederícki

= naar de Amerikaanse arts F. Crockett.

➛Melanotáenia

frenátum

= met een tuigje.

➛Epalzeorhýnchos

friderici

= naar de Nederlandse gouverneur De Friderici.

➛Leporinus

fróntosa

= met een groot voorhoofd.

➛Cyphotilápia

Frugivoor

Dier dat voornamelijk fruit eet. Veel vissen eten fruit als de gelegenheid zich voordoet, evenals veel garnalen. Slechts enkele hebben fruit als belangrijkste voedselbron.

Fruit

➛Plantaardig voer