Leporinus

= haasachtig.

Omvangrijk geslacht van karperzalmen met ten minste 70 soorten uit de familie van de ➛Anostomidae.

Grote kopstaanders uit Zuid-Amerika, te vinden in diverse watertypes, zowel grote als kleine zijrivieren als ondergelopen gebied. Langgerekt spoelvormige, in doorsnee ronde vissen met een spitse, van een kleine bovenstandige bek voorziene, kop. Het lichaam is over het algemeen gevlekt of gestreept, in de lengte of de breedte, een enkele soort is effen. Vinnen driehoekig, kleurloos of roodachtig, start gevorkt. Ook de vetvin ontbreekt niet. De naam lijkt te verwijzen naar de voorste (haze)tanden.

Alhoewel in de natuur nabij de bodem tussen planten levend in grote groepen, kunnen deze vissen in kleiner verband onderling ruzieachtig zijn, met name in het begin, als de pikorde nog wordt vastgesteld. Houdt ze met minimaal zes exemplaren, anders als solitair. Voor een school is veel ruimte nodig. Voor de inrichting zijn geen specifieke richtlijnen, gebruikte planten kunnen aangevreten worden, kies soorten met wat hardere bladeren. Zorg voor vers en zuurstofrijk water, de gevoeligheid voor afnemende waterkwaliteit is hoog. Ondanks de trage stijl van zwemmen kunnen enkele soorten verrassend hoog springen, dek het aquarium daarom goed af. Geschikt voor gezelschap, maar kies dit niet te klein, dat eindigt vroeg of laat in de maag. In de natuur leven de dieren op een mix van ➛plantaardig en ➛dierlijk voer, en ➛detritus. In het aquarium weinig kieskeurig, vermijd wel al te eiwitrijk voedsel.

Over de kweek is weinig bekend, vermoedelijk betreft het seizoensbroeders, die naar ondergelopen gebied migreert voor de paai.

árcus

Eigenmann 1912

Verspreid langs de noordkust van Zuid-Amerika van Venezuela tot in Frans Guyana. In laatst genoemd land ook stroomgebied van de Amazone.

Voorzien van drie brede, donkere lengtestrepen, de buitenste twee gebogen, de middelste recht met vooraan aan weerszijden helderrode stipjes. Hetzelfde rood is ook van de bovenlip tot op het kieuwdeksel te zien. Vinnen aan de onderzijde roodachtig oranje, op de rug meer bruin. Geslachtsonderscheid onbekend.

Lengte tot 30 cm.

Verzorging als vermeld bij het geslacht. Over de kweek zijn geen gegevens.

Geschikt voor aquaria vanaf 800 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Kopen: ok.

fasciátus

Bloch 1794

Wijd verspreid over noordelijk Zuid-Amerika, met het stroomgebied van de Amazone als zuidelijkste bereik. Lokale kleurvarianten zijn over een dergelijk groot gebied niet vreemd

Dwars gebande soort, waarbij met het ouder worden het aantal diepzwarte ringen met ruwe randen op de gele huid toeneemt van 5 tot 10.

Lengte ♀ tot 27 cm, ♂ tot 25 cm.

Weinig eisende soort, die echter uitstekend kan springen. Nog niet nagekweekt.

Geschikt voor aquaria vanaf 800 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 5-8   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Eén van de meest aangeboden soorten.

Kopen: ok.