Anostómidae

= afgeleid van Anostomus.

Kopstaanders

Familie van Zuid-Amerikaanse karperzalmen uit de orde van de ➛Characiformes, voornamelijk gekenmerkt door de typerende schuin neerwaartse kopstand. Niet alle soorten vertonen echter dit gedrag.

Langwerpige vissen met een stevig, spoelvormig lichaam, zijdelings beperkt afgeplat. Vinnen afgerond of met een stompe punt en geheel of grotendeels kleurloos, een vetvin is aanwezig. De spitse kop heeft een bovenstandige bek met wrattige lippen, bezet met vele spitse tandjes, waarmee ➛algen en in het water gevallen fruit worden gegeten, maar ook insecten en hun larven. De bovenstandige bek biedt door de eigenaardige lichaamshouding die mogelijkheid. Enkele soorten bezitten een accessoire ➛ademhaling.

Houdbare soorten zijn te vinden in de geslachten ➛Abramites, ➛Anostomus, Laemolyta, Leporellus, ➛Leporinus, ➛Petulanos, Pseudanos, Rhytiodus, Sartor, Schizodon en ➛Synaptolaemus.

Anóstomus

= met bovenstandige bek.

Klein geslacht van karperzalmen met 4 soorten uit de familie van de ➛Anostomidae.

Als alle leden van de familie langwerpige, spoelvormige en stevige gebouwde vissen, het lichaam alleen aan de achterkant afgevlakt, die voor het merendeel de typische kopstaanderhouding aannemen. De bek is dienovereenkomstig bovenstandig, de geplooide lippen zijn voorzien van enkele tanden. De meeste soorten zijn over de lengte gestreept.

Vreedzaam tegenover andere vissen, maar onderling zeer onverdraagzaam. In het wild komen de dieren desondanks in grote scholen voor, houdt ze in een groep van minimaal acht dieren, anders solitair. Beter niet met te kleine vissen combineren, deze kunnen eindigen als maal. Al te drukke, competitieve medebewoners kunnen daarentegen tot gevolg hebben dat deze vissen een voedseltekort oplopen.

Voornamelijk plantaardig voedsel in de vorm van ➛algen vormt de basis van het dieet, aangevuld met kleine kreeftachtigen, muggenlarven en aanverwante. Ook droogvoer wordt geaccepteerd.

Een aquarium met veel hout en stevige planten gaat prima, zachtere planten worden bij gebrek aan beter voedsel aangevreten.

anóstomus

Linnaeus 1758

Prachtkopstaander

Alomtegenwoordig in het stroomgebied van Amazone en Orinoco, in Peru, Brazilië, Venezuela en Guyana, langs stenige, met algen begroeide oevers van snel stromende rivieren.

Vorm als bij de beschrijving bij familie en geslacht. Grondkleur lichtgeel, naar de rug toe donkerder, goudachtig. Over de lengte drie zwartbruine strepen, wisselend in breedte per individu, de middelste over het oog. Midden over de rug eveneens een streep, soms tot en met de rugvin, anders verder. Rug- en staartvin rood aan de voorkant, de overige transparant. Vetvin soms rood aan de basis. Vrouwen wat groter en voller, maar lastig te onderscheiden.

Lengte tot 18 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht aangegeven.

Wordt commercieel nagekweekt, maar een kweekverslag is niet bekend.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 5-8   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300

Kopen: ok.