= afgeleid van Nassarius.
Fuikhoorns
Familie van voornamelijk zeeslakken uit de klasse van de ➛Gastropoda met een wereldwijde verspreiding.
Slakken met een hoog conische schelp met enigszins gebolde windingen, vaak voorzien van een dwarse en meedraaiende ribbels, welke soms een gekruiste structuur geven. De mondopening van de schelp is voorzien van een halfopen sifonkanaal. Het operculum is hoornachtig.
De meeste fuikhoorns zijn aaseters, maar enkele jagen op andersoortige slakken.
Het enige geslacht vertegenwoordigd in het aquarium is ➛Anentome, waarvan de leden jagen op slakken.
Een onbewust veel beoefend type ➛aquarium is wat hier om praktische redenen 'natuuraquarium' wordt genoemd. Op waterwereld.nu wordt gesproken van een ecologisch aquarium. Hierin wordt het microleven in zoet water gecultiveerd.
In vrijwel elk ander type aquarium wordt gebruik gemaakt van ➛verlichting, ➛verwarming en ➛filtering. De eerste twee vormen voor het natuuraquarium geen probleem, de filtering daarentegen wel. Veel microleven zweeft als ➛plankton in het water en wordt daaruit genadeloos weggezeefd of door het schoepenrad van de filtermotor vernietigd. Dit maakt aquariumwater zo helder.
Vele aquarianen zullen zijn gestart met kleine potjes slootwater met zelf gevangen dieren en planten, en velen zullen zich destijds hebben verbaasd over de veelheid aan leven daarin. Ook microleven als ➛eencelligen, ➛raderdiertjes, ➛platwormen, etc.
Aan die levensgemeenschap serieus een aquarium wijden is niet gebruikelijk, maar wel zeer interessant. Om een dergelijk aquarium tot een succes te maken, zijn er wel enkele beperkingen in acht te nemen.
Zuivering kan plaatsvinden door enkele sterk zuiverende waterplanten, te denken valt aan eendenkroos (➛Lemna minor) of waterranonkel (➛Ranunculus aquatilis).
Afhankelijk van de gebruikte planten kan wat bodemsubstraat handig zijn. Indien alleen voor het aanzien aanwezig kan met een dunne laag worden volstaan.
Plaats de eventuele verwarming horizontaal nabij de bodem, zodat door convectie een lichte stroming op gang komt als deze aanspringt.
Door natuurlijk omstandigheden uitselecteren van de meest kansrijke ➛organismen.
In een veranderde omgeving passen organismen zich binnen enkele generaties aan, waarbij degenen met de beste kansen overblijven en zich ➛voortplanten. Hierdoor kunnen plaatselijke variëteiten van soorten ontstaan.
Natuurlijke selectie is een sterk bepalende factor in de balans van organismen in een ➛ecosysteem.