Lurónium

= naar een oude naam.

Monotypisch geslacht van moerasplanten uit de familie van de ➛Alismataceae.

Luronium natans is de enige soort, afkomstig uit een groot deel van Europa, met Moldavië als meest oostelijke punt.

nátans

Rafinesque 1840

Drijvende waterweegbree

In Nederland een vrij zeldzame plant, in België zeldzaam. Te vinden in helder, voedselarm tot matig voedselrijk, enigszins zuur water zonder stroming.

Ondanks de naam betreft het een plant met drijfbladeren, geen ➛drijfplant. Behalve ovale drijfbladeren met drie parallelle nerven worden uit het dunne ➛rizoom in eerste instantie submerse, smal lintvormige, meerdere decimeter lange bladeren aangemaakt. De plant maakt zonder drijfbladeren de indruk van gras, maar groeit in een rozet. De in een later stadium aangemaakte drijfbladeren zijn tot drie cm lang en twee breed. Deze groeien per twee, samen met een gesteelde, witte, drietallige bloem uit iedere knoop, maar ook afzonderlijk vanuit het rizoom.

Hoogte tot 40 cm, breedte tot 50 cm.

Gevoelig voor fosfaten. De plant loopt terug in de herfst voor een rustperiode. Er zijn weinig ervaringen over deze plant te vinden. Vermoedelijk beter geschikt voor koudwateraquaria.

Vermeerderen kan door ➛uitlopers, die geregeld worden aangemaakt, af te nemen zodra deze zijn geworteld.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

In de aquariumwinkel is de plant niet te vinden, in een tuincentrum als vijverplant vaak wel.

lutéa

= geel.

➛Núphar