JongbroedvoerJordanella floridae

Jongbroedvoer

Jonge vissen kunnen erg verschillen in grootte, van enkele tienden van millimeters tot een halve centimeter of meer. Daarbij verschilt ook nog de bekgrootte. Per geslacht, soms per soort is het daarom van belang te weten met welk formaat voedsel deze jongen te voeren. Bij sommige jongen is dat eenvoudig: die kiezen zelf actief het voor hen geschikte voedsel uit. Veel jongen zijn niet zo actief in het eerste stadium en 'moeten in het voedsel staan', zoals dat onder kwekers wordt aangeduid. Overdaad, dus.

In de natuur valt deze situatie in de regel in een bepaalde periode in het jaar, reden waarom daarin ook de paartijd valt. In gematigd gebied is dat het voorjaar, in (sub)tropisch gebied de moesson of regenperiode.

Juist bij jonge vis is het van groot belang zo afwisselend mogelijk te voeren. Veel vormen van ➛degeneratie en ➛misvormingen zijn te wijten aan te eenzijdige voeding in de periode van opgroeien. Dat betekent dat niet alleen met levend voer kan worden volstaan, hoe goed ook, maar dat ook visvreemd voer als ➛vlokkenvoer en fijngewreven eigeel van belang zijn.

Een overzicht, in oplopende grootte:

Gedurende de groei kan stapsgewijs op een grover soort voedsel worden overgegaan, waarmee ook de variatie daarin kan toenemen.

Jordanélla

= naar Amerikaans zoöloog Jordan.

Monotypisch geslacht van tandkarpers uit de familie van de ➛Cyprinodontidae.

De enige soort is J. floridae, al jaren een zeer populaire aquariumvis. De vis is verwant aan ➛Cyprinodon, waarvan het verschilt door de langere rugvin.

flóridae

Goode & Bean 1879

Floridatandkarper, blokvisje, mozaïektandkarper

Endemisch op het schiereiland Florida, in allerlei ondiep zoet, maar ook brak water.

Gedrongen lepelvormig lichaam, hoog en stevig met een hoge staartwortel. De stompe snuit heeft een bovenstandige bek. De vinnen zijn afgerond. Op de geelzilveren flanken lopen in de lengterichting rode en blauwe strepen, reden voor de Amerikaanse naam 'American flagfish'. Naar de rug toe kleurt het blauw meer naar groen. Mannen zijn intenser gekleurd, met name tijdens de paai, en hebben een grotere rug- en aarsvin.

Jordanella floridae
Jordanella floridae

Lengte tot 5,5 cm.

Eenvoudig te houden vissen die ook genoegen nemen met een relatief klein aquarium. Het zijn alleseters, die ook redelijk veel algen of ander groenvoer verorberen en ook als zodanig worden aangeprezen. Ondanks de grote tolerantie in temperatuur is het beter ongeveer de kamertemperatuur aan te houden. Enkele uren zon in de bak is aan te raden.

Voor de kweek is een wat hoger temperatuur van rond de 25° nodig. De vissen worden dan wel onverdraagzamer, soms schrikachtig. De vrouw stimuleert de man haar na te jagen, waarna gedurende enkele dagen geregeld 5 à 6 eitjes worden afgezet. Dit gaat door tot er tot 70 eieren zijn gelegd, meestal minder. Soms is er sprake van broedzorg door de man, maar vaak ook niet. In enkele gevallen eten de ouders de eieren en soms ook de jongen. Met voldoende planten is die kans erg klein. Een goed bealgde opfokbak is gunstig. De jongen groeien snel en kunnen na drie maanden geslachtsrijp zijn.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 18 tot 30° C

pH: 6-9   dH: 0-30   fH: 0-53   ppm: 0-500

Kopen: ok.