= een wiel dragend.
Raderdiertjes
Kleine meercellige organismen met een (langgerekt) tulp-, trompet- of bolvormig lichaam, voorheen bekend als Rotatoria. De dieren zijn doorzichtig met goed zichtbare organen. Bij vastzittende (sessiele) soorten bevindt zich aan de onderkant een voet waarmee ze zich aan een ondergrond kunnen vasthouden. Andere soorten bewegen vrij rond. Aan de kop zitten de 'wielen', uitstulpbare 'lippen' met trilharen die vrijwel continue bewegen. Samen vormen deze de corona en lijken op inwaarts draaiende tandwielen. Met die beweging worden rondzwemmende prooidieren naar de mondopening gespoeld, maar kunnen ook voor snelle voortbeweging zorgen.
Vermeerdering gebeurt voornamelijk ongeslachtelijk door ➛parthenogenese. Bij de vrij zwevende soorten lijken de jonge dieren op kleine volwassenen, terwijl bij de sessiele soorten een kort larvaal stadium van vrij rondzwemmen aan volwassen worden vooraf gaat.
Rotifera worden tot maximaal 2 mm lang en leven hooguit enkele maanden. Er zijn meer dan 2000 soorten beschreven, maar men vermoedt dat er nog aanzienlijk meer bestaan.
Raderdiertjes zijn een geschikt ➛jongbroedvoer voor al wat grotere jongen, de voedingswaarde wordt met name bepaald door hun darminhoud en hun eieren, niet de dieren zelf.
Kweken van raderdiertjes is zeer eenvoudig, geurloos en kan bij kamertemperatuur, maar vraagt vrij veel onderhoud. Warmer water versnelt de ontwikkeling (tot 25°). Benodigdheden zijn:
Raderdiertjes vermeerderen snel: na 3 dagen kan al worden geoogst. De snelle groei vereist wel regelmatig voeren: liefst 2 keer per dag. Voorkom dat de troebeling na het voeren volledig verdwijnt alvorens opnieuw te voeren. Ververs dagelijks 20-30% water. Een dergelijke kweek gaat ongeveer een maand mee, zet daarna een nieuwe kweek op en ent deze met de oude.
Kweken in ➛zout water (20-30 g/l) kan ook, dit maakt de kweek stabieler. Vergeet daarbij niet bij het water verversen de gepaste hoeveelheid zout toe te voegen.