Een overzicht van de verschillende onderwerpen die onder dit begrip vallen:
Betrekkelijk dunne, voedselrijke onderlaag van een aquariumbodem. Vooral in een dicht beplant aquarium met hongerige moerasplanten kan een dergelijke ➛bodem een goede, maar altijd tijdelijke oplossing zijn. Tijdelijk, omdat de hoeveelheid aanwezig voedsel na verloop van tijd hoe dan ook opraakt. Bij een dichte beplanting is dat al gauw binnen een jaar. Daarna zal moeten worden bijgemest in de vorm van vloeibare meststoffen of voedselcapsules.
De voedingsbodem is meestal niet meer dan een paar centimeter dik en wordt, als de bodemzijden zichtbaar zijn, vrijgehouden van voor- en zijruiten. Vervolgens gaat daar een toplaag van gewassen ➛grind overheen.
In de aquariumhandel zijn voedingsbodems van vele erkende merken verkrijgbaar. Vermijd potgrond of andere producten voor potplanten, deze zijn voor een aquarium veel te zwaar bemest en een goede garantie voor hevige algenproblemen. Toch zijn er, vooral toen de aquariumhobby nog in de kinderschoenen stond, aquarianen die met tuinaarde succes hebben gehad. Op internet zijn er goed uit te voeren recepten voor te vinden. Een waarschuwing is echter wel van belang.
Een voedingsbodem is begrijpelijkerwijs niet aan te raden in combinatie met vissen die een voorliefde hebben voor het omploegen van de bodem, zoals sommige cichliden. Deze dieren kunnen beter worden gehouden met minder veeleisende planten, of planten die op hout en stenen hechten, of drijfplanten.
Het zelf kweken van voedsel heeft een aantal voordelen. Behalve besparen op kosten is er zicht op hoe de dieren zich ontwikkelen en invloed op de ontwikkeling, en er is doorlopend voldoende voorraad. Bovendien is het leuk.
Daar staat tegenover dat er wel enige tijd in moet worden gestoken om de kweek naar wens te laten verlopen. Voedselkweken zijn niet altijd geur- en geluidvrij, iets om rekening mee te houden. Ook kan een kweek mislukken, door schimmelvorming, ziekte of infectie met een ➛parasiet, of door gebrek aan ervaring. Een reservekweek kan dit probleem in veel gevallen opvangen.
Gedurende een vakantie kan een kweek vaak in een sluimertoestand worden gebracht, of valt een niet te lange vakantie met wat handige timing tussen twee voedermomenten.
Belangrijk is te beseffen dat de voedseldieren zelf kwalitatief goed en met afwisseling moeten worden gevoerd om voldoende voedingswaarde te kunnen bieden.
Een overzicht van veel gekweekte voedseldieren: