Fruitvliegen, bananenvliegen
Kleine, bruingele vliegjes met helderrode ogen die zich voeden met overrijp of rottend fruit. Ruim 140 soorten zijn er bekend, maar in Nederland is vooral de fruit- of bananenvlieg, D. melanogaster, bekend. Dit is een subtropische soort van ongeveer 4 mm groot die met gekocht fruit 's zomers meelift naar huis.
Kunnen deze vliegjes in dat seizoen zich tot een kleine plaag ontwikkelen, voor sommige aquariumvissen, met name oppervlaktevissen, vormen ze een uitstekend ➛voer. Daartoe kunnen ze ook gekweekt worden. Er zijn 'vleugelloze' exemplaren bij, die een erfelijke vleugelmisvorming hebben. Deze zijn eenvoudiger te voeren, aangezien ze niet weg kunnen vliegen. Normale vliegjes kunnen daartoe het best even kort in de vriezer worden gezet (30 seconden) voor het voeren. De vleugelloze vliegjes zijn in sommige dierenwinkels te koop.
Bij het zelf kweken van prooidieren is het van belang deze zelf van goed voedsel te voorzien, aangezien dát feitelijk het gevoerde is. Er is speciale fruitvliegenvoeding in de handel: een in water op te lossen poeder die een voedingspasta vormt, maar met fruit of appelmoes gaat het ook prima. Havermout kan dan worden gebruikt om een al te natte bodem te voorkomen.
Vul een niet te hoge pot met de voeding en voeg als houvast voor de dieren nog een toiletrol, stukken karton, papier of houtwol toe. voor het opzetten van een goede kweek zijn minimaal 50 ouderdieren nodig, in verband met ➛inteelt. Sluit de pot af met gaas, doek, een panty of een geperforeerde deksel.
Zorg dat de voeding niet uitdroogt. Na een dag zullen er al eitjes zijn gelegd, die binnen een week uitkomen. Na nog een week komen de eerste vliegjes uit.