Methode om genetische eigenschappen te versterken, door nauw verwante leden van een soort te kruisen. Denk hierbij aan ouders die zelf een korte erfelijke koppeling hebben: neef-nicht, broer-zus, vader-dochter, etc. Bewust toegepast wordt het ook inkruisen genoemd en heeft als bedoeling een ras te ➛kweken of zuiver te houden.
Het gaat daarbij om het handhaven van gewenste uiterlijke erfelijke kenmerken. Als bijeffect kunnen ook sluimerende erfelijke mankementen worden versterkt, bekend als 'inteeltverschijnselen', wat begrijpelijk ongewenst is. Binnen een te beperkte groep dieren ontstaan de eerder genoemde relaties al gauw, reden om geregeld 'vers bloed', dat wil zeggen soortgenoten van buiten de groep, te willen introduceren. Aldus wordt weliswaar een te beperkt ➛genetisch reservoir voorkomen, maar het risico dat daarmee gewenste eigenschappen verloren gaan is groot. Een beter alternatief is om meerdere kweeklijnen of -stammen naast elkaar in stand te houden.
= tussen de knopen.
Delen van de plantenstengel tussen de bladaanzetten (knopen). Enkelvoud internodium.
= zonder draaibare verbindingen.
Ongewervelden
Verzamelterm zonder taxonomische grondslag, bedoeld om de stammen van dieren die niet binnen de ➛Vertebrata vallen aan te duiden. De gemeenschappelijke factor is dan ook het ontbreken van een ruggengraat. Diergroepen daarin die van belang zijn voor het zoetwateraquarium zijn de volgende: