= mogelijk naar de Griekse nimf Daphne.
Zeer omvangrijk geslacht van kreeften met ten minste 200 soorten uit de familie van de ➛Daphniidae.
Eenvoudige kreeftachtigen, populair als voedsel voor vissen. Bij tijden kunnen deze eenvoudig met een niet te fijn ➛vangnet in grote hoeveelheden worden gevangen.
Deze watervlooien vormen vooral voor de kleinere vissoorten een redelijk goed ➛voer, de harde schelpen hebben daarbij een laxerende werking op de darmen van vissen. Vang er echter niet teveel ineens, want watervlooien verbruiken veel zuurstof, en de weg naar huis is lang.
Straus 1820
Grote watervlo
Te vinden op het noordelijk halfrond en in Zuid-Afrika, in allerlei vormen van langzaam stromend of stilstaand zoet of licht brak water.
Grote, roodachtig gekleurde watervlo.
Lengte ♀ tot 5 mm, ♂ tot 2 mm.
Leydig, 1860
Gewone watervlo
Deze vlo is een ➛kosmopoliet en leeft in allerlei stilstaand en traagstromend zoet water.
Dezelfde vorm als D. magna, maar een stuk kleiner. Over het algemeen minder rood gekleurd, meer geelbruin of groen, al naar gelang het voedselaanbod.
Lengte tot 3 mm.
= afgeleid van Daphnia.
Familie van kleine en eenvoudige kreeftachtigen uit de superorde van de ➛Diplostraca.
Eenvoudige kreeftachtigen met een lichaam dat zich tussen twee schelpachtige schalen bevindt. De dieren zijn zwaarder dan water, reden om met hun twee zwempoten of antennae, met een hippende beweging voortdurend omhoog te zwemmen. In groepen zorgt dit soms voor kleine draaikolkjes, aangezien ze graag op licht afkomen nabij het wateroppervlak.
De bekendste vertegenwoordigers vallen onder het geslacht ➛Daphnia, waarvan de familienaam is afgeleid.