Salviniaceaesampsonii

Salviniáceae

= afgeleid van Salvinia.

Vlotvarenfamilie

Familie van kleine drijvende watervarens uit de orde van de ➛Salviniales, verdeeld over twee geslachten, ➛Azolla en ➛Salvinia. Alle soorten splitsen het rizoom geregeld in twee gelijkwaardige vertakkingen. De bladeren staan verspreid. De planten doen niet direkt aan varens denken, maar maken wel sporen bij de bladaanzet.

De verspreiding is ➛kosmopolitisch, vooral tropisch, in ondiep water met weinig ➛stroming. In België en Nederland komen in totaal vier soorten voor, waarvan alleen Salvinia natans inheems is.

Salviniáles

= afgeleid van Salvinia.

Orde uit de klasse van de echte varens of ➛Polypodiopsida. De leden van deze orde hebben een voor varens sterk afwijkende verschijning en levenswijze. De orde kent twee families die in de aquaristiek van belang zijn: de ➛Salviniaceae en de ➛Marsileaceae.

salzmannii

= naar de Duitse botanicus Salzmann.

Oldenlandia

Samengesteldbloemigen

Asteraceae

Sámolus

= naar een oude Keltische naam.

Geslacht van moerasplanten met meer dan 15 soorten uit de familie van de ➛Primulaceae.

Overblijvende, kruidachtige planten met een wereldwijde verspreiding. De meeste komen voor in kustgebieden met een gematigd klimaat ten zuiden van de evenaar. De planten hebben een opgaande stengel tot een halve meter hoog met een verspreide bladstand.

valerándi

Linneaus 1753

Waterpunge

Dit is een kosmopoliet met een voorkeur voor een gematigd tot warm klimaat. Met name algemeen in kustgebieden. In Nederland en België vrij tot zeer zeldzaam.

Een wortelrozet vormende plant met lepelvormige lichtgroene bladeren. De hoogte heeft betrekking op de bloeistengel. Zolang deze uitblijft blijft het bij 15 cm.

Hoogte tot 50 cm, breedte tot 20 cm.

Niet altijd een makkelijke plant, die vooral flink wat licht kan gebruiken. Pas op met warmte: de plant groeit ook prima in een koudwateraquarium. Boven de 24° gaat het bergafwaarts. ➛CO₂ wordt gewaardeerd, maar zonder gaat ook. Aan de bodem worden weinig eisen gesteld. Langzame groei. Verdraagt vrij hoge zoutgehalten, tot zeer ➛brak water.

Te vermeerderen door jonge plantjes in de bladoksels af te nemen, of van de bloeistengel die nu en dan verschijnt. Boven water blijkt de plant een gemakkelijke groeier. Eventueel kunnen tegenvallende resultaten in het aquarium met verse planten worden aangevuld.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 10 tot 24° C

pH: 6-8   dH: 0-30   fH: 0-53   ppm: 0-500

Het 'slaplantje' heeft vele name gehad en is lang als afzonderlijke soort behandeld naast S. parviflorus of S. floribundus, maar dat bleken bij nadere beschouwing synoniemen.

sampsónii

Pogostémon