= afgeleid van Primula.
Sleutelbloemfamilie
Familie van kruidachtige planten uit de orde van de ➛Ericales. De verspreiding betreft voornamelijk het noordelijk halfrond. Planten met opgaande of liggende stengels, waaraan eenvoudig gevormde bladeren, meestal verspreid staand, al komen kransen en kruisgewijze bladstand ook voor.
Geschikte aquariumplanten zijn te vinden in de geslachten ➛Hottonia, ➛Lysimachia en ➛Samolus.
➛Neolamprologus brichardi
= zaagbrasem.
Klein geslacht van karperzalmen met 2 soorten uit de familie van de ➛Characidae.
Vrijwel doorzichtige, langgerekte karperzalmen uit Zuid-Amerika. Slanke vissen met een vrij forse buikpartij. De kleine kop heeft een bovenstandige bek. Vinnen transparant, met een zeer lange aarsvin, waarvan de voorste stralen zijn verlengd en blauwwit gekleurd. ➛Vetvin klein. Vrouwen zijn nog wat forser gebouwd en minder fel gekleurd, mannen hebben een meer verlengde rug- en aarsvin.
Vreedzame, weinig eisende vissen, zeer geschikt voor ➛starters in de hobby en voor het ➛gezelschapsaquarium. Houdt een school van minimaal acht dieren, zodat onderlinge twist niet uiteindelijk steeds bij de laagste in rang beland, mannelijke dieren kunnen onderling onenigheid vertonen. Pas wel op met grotere vissen uit dezelfde waterlaag, tegen welke ze het in de voedselcompetitie meestal af zullen leggen.
Behalve zwemruimte is beplanting om te schuilen van belang. Ook demping van het licht door ➛drijfplanten of -bladeren is gewenst.
Weinig kieskeurig met voedsel, mits niet te groot. Zowel ➛levend, ➛diepvries- als ➛droogvoer worden geaccepteerd.
De kweek is niet moeilijk en verloopt als beschreven bij de familie.
Cope 1870
Afkomstig uit het Amazonegebied, in zuidelijk Colombia, Ecuador, Peru, westelijk Brazilië en noordelijk Bolivia, vermoedelijk in kleine zijrivieren, beken, moerassen.
Lichaam als aangegeven bij het geslacht. Lichaam grotendeels transparant met een wat groene, lichtblauwe of paarse weerschijn. Staartwortel en staart helder transparant rood. Mannen met een donkere rand langs de verlengde, blauwwitte aarsvinstralen.
Lengte tot 6 cm.
Verzorging, gedrag en kweek als bij het geslacht vermeld.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 22 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
IUCN gegevens ontbreken.
Eigenmann 1914
Afkomstig uit de benedenloop van de Rio Paraná in Paraguay.
Minder transparant dan P. filigera, met een bruinig grijze tint, waarover een groene glans ligt. Vanaf de kieuwdeksel achterwaarts een onvolledige goudgele streep met erboven een zwarte.
Lengte tot 5 cm.
Verzorging, gedrag en kweek als bij de geslachtsbeschrijving.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 22 tot 28° C
pH: 5-8 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
IUCN status ontbreekt. De soort is uiterst zelden in de handel te vinden.