= afgeleid van Ampullarius.
Appelslakken
Familie van grote, amfibische levende slakken uit de klasse van de ➛Gastropoda.
Deze slakken beschikken over zowel long- als kieuwademhaling, waartoe in de mantel beide door een membraan worden gescheiden. Het huis is meestal conisch gewonden met een grote laatste winding, al kan het ook vlakker als bij posthoornslakken uit de familie ➛Planorbidae. Een structuur ontbreekt. De dieren beschikken alle over een hoornig operculum. Het lichaam is voorzien van een grote voet met een grote, smalle slurf en lange tentakels. Voor de longademhaling beschikken de slakken over een vrij ver uitstulpbare adembuis of sifon. Het lichaam is zeer variabel van kleur, welke ook door selectieve kweek kunnen zijn versterkt.
Appelslakken zijn van gescheiden geslacht, het onderscheid is echter moeilijk te zien. Draai hiertoe de slak met de mondopening omhoog. Zodra de slak zich wil omdraaien, is in de holte bij de mannen de penisschacht duidelijk te zijn, welke bij vrouwen ontbreekt.
Geregeld geziene geslachten in de aquariumwereld zijn Asolene, Lanistes, Marisa, Pila en ➛Pomacea.
= afgeleid van Anabas.
Klimbaarzen, labyrintvissen
Familie uit de orde van de ➛Anabantiformes. De naam labyrintvis slaat op de aanwezigheid van een ➛labyrint, een zogeheten ➛accessoire ademhaling, vergelijkbaar met een long. Dit labyrint stelt de vissen in staat korte stukken over land af te leggen, wat de naam klimbaars verklaart.
Voor het aquarium zijn alleen de geslachten ➛Ctenopoma en Microctenopoma interessant.
Alle soorten komen uit Afrika.
= afgeleid van Anabas.
Klimbaarsachtigen
Orde uit de infraklasse van de ➛Teleostei uit Azië en Afrika. Er zijn zes families onder vertegenwoordigd, vissen uit vier daarvan beschikken over een accessoire ademhaling, het ➛labyrint. Alle families kennen vele populaire soorten voor het aquarium.
Dit zijn de ➛Channidae, ➛Anabantidae, ➛Badidae, ➛Helostomatidae, ➛Osphronemidae en ➛Pristolepidae.
= afgeleid van Anableps.
Vierogen
Familie van tandkarpers uit de orde van de ➛Cyprinodontiformes, te vinden van zuidelijk Mexico tot zuidelijk Zuid-Amerika. Voornamelijk levendbarenden, met een enkel geslacht van eierlevendbarenden. De mannen van de levendbarenden hebben alle een enkelzijdig draaiend gonopodium, links of rechts, en moeten voor een succesvolle bevruchting de vrouw altijd van de goede kant benaderen. Ook de geslachtsopening van de vrouw is namelijk enkelzijdig gebouwd, wat betekent dat de man de vrouw of van achteren, of van voren moet benaderen voor een geslaagde paring. Het zijn alle insecteneters die voornamelijk aan de wateroppervlakte leven.
Aquariumvissen zijn te vinden in de geslachten Anableps en ➛Jenynsia.