Puntkroos

➛Lemna trisulca

Puntmos

➛Calliergonella cuspidata

Puntslak

➛Melanoides tuberculata

purhepéchus

= naar de plaats Purhepecha, Mexico.

➛Zoogonéticus

Purperkop

➛Pethia nigrofasciata

purpúrea

= purperkleurig.

➛Physostégia

pusílla

= nietig, klein.

➛Dermógenys

➛Eleócharis

Pylaisiáceae

Familie van mossen uit de orde van de ➛Hypnales. Het geslacht ➛Calliergonella bevat een voor het aquarium bruikbare soort.

pyropunctata

= vurig gevlekt.

➛Rachóvia

pyrrhonótus

= met een vurige vlek.

➛Hyphessóbrycon

Pyrrhúlina

= met vurige kleuren.

Geslacht van karperzalmen met ruim 15 soorten uit de familie van de ➛Lebiasinidae.

Kleine vissen uit Zuid-Amerika met een langwerpig lichaam, vrijwel rond. De ruglijn is vrijwel recht, wat erop duidt dat het om oppervlaktevissen gaat. De bek is dan ook bovenstandig. De vinnen aan de onderzijde van het lichaam zijn evenredig verdeeld, de rugvin staat min of meer in het midden en bijna rechtop.

Levendige vissen, die in de natuur van insecten leven, die met een sprong of van het wateroppervlak worden bemachtigd. In het daarom af te dekken aquarium eten ze graag ➛muggenlarven en kleine kreeftachtigen. Ook diepvriesvoer en droogvoer worden over het algemeen gegeten. Een klein aandeel plantaardig voer is ook welkom. Biedt voldoende plantengroei waarin vrouwen kunnen schuilen voor de wat stormachtige aandacht van de mannen, maar houdt wel voldoende zwemruimte over. De vis kan overigens prima worden gecombineerd met ander gezelschap, met name in de middelste en onderste waterlagen. In de paartijd kunnen de dieren wel wat vechtlustig zijn.

Kweken is bij sommige soorten gelukt. Eieren worden aan grootbladige planten afgezet. De man bewaakt het legsel en waaiert dit toe tot dit uitkomt. Daarbij kunnen eieren loslaten en op de bodem terecht komen. Eventueel de man hierom weghalen. Het grootbrengen is niet moeilijk, maar de jongen groeien langzaam.

Dit geslacht is nauw verwant aan ➛Copeina en ➛Copella.

brévis

Steindachner 1876

Het stroomgebied van de Amazone in Centraal Zuid-Amerika.

Lichaam als vermeld bij het geslacht, langgerekt en slank. Grondkleur zilverachtig beige. Vanaf de bek loopt over het oog tot even achter het kieuwdeksel een dunne zwarte lijn. Bij sommige mannen zijn rode vlekjes zichtbaar op de schubben van de onderste michaamshelft, gecombineerd met een rood gekleurde aarsvinaanzet en staartwortel. Vrouwen minder intens van kleur.

Lengte tot 8,5 cm.

Verzorging en gedrag als beschreven bij het geslacht, maar minder levendig, voorzichtiger. Vraagt een vrij hoge temperatuur. Voorkeur voor levend voer, ander voer als bijvoer geven.

De kweek is nog niet gelukt.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 23 tot 30° C

pH: 5-7   dH: 0-8   fH: 0-14   ppm: 0-130

Kopen: ok.