= kroost als van (zoog)dieren.
Klein geslacht van tandkarpers met 3 soorten uit de familie van de ➛Goodeidae.
Levendbarende tandkarpers met een langwerpig, spoelvormig lichaam met een rechte, smalle staartwortel. Alle soorten komen endemisch voor in centraal Mexico, in allerlei ondiep water met weinig stroming en vrijwel ieder denkbaar bodemtype.
Wat hoger gebouwde soorten met een zeskantig lichaam en een relatief slanke staartwortel.
Vrij agressieve vissen, slechts beperkt geschikt voor andersoortig gezelschap. Combineren met bijvoorbeeld cichliden of meervallen is mogelijk.
Kweken is niet moeilijk. Mannen naderen vrouwen omzichtig, om te voorkomen een venijnige beet te krijgen. Als de meeste levendbarenden is het aantal jongen per worp niet groot, en de jongen zijn al meteen zover ontwikkeld dat deze al direkt hetzelfde voer eten als de ouders, mits niet te grof. De vissen staan bekend om het eten van de eigen jongen, maar bij goed voeren kan dit meevallen. Zorg ook voor voldoende dekking in de vorm van een dichte plantengroei.
Zie ook de beschrijving bij de familie.
Domínguez-Domínguez, Pérez-Rodríguez & Doadrio 2008
Bewoners van verschillende meren en rivieren in de Mexicaanse staten Jalisco en Michoacán.
Uiterlijk als vermeld bij geslacht en familie. Grondkleur transparant olijfgroen-bruin. Vanaf de rand van de ingewanden naar de staart is het lichaam bezaaid met ronde en ovale donkere vlekken. De meeste vinnen zijn transparant en kleurloos. Alleen rug- en aarsvin hebben zwart gekleurde vinstralen. Mannen aan beide ook een oranje tot rode zoom.
Lengte ♀ tot 5,5 cm, ♂ tot 35 mm.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 24° C
pH: 6-7 dH: 0-30 fH: 0-53 ppm: 0-500
Kopen: ok.
Bean 1898
Komt endemisch voor in de Mexicaanse staten Guanajuato en Michoacán in allerlei ondiep water.
Uiterlijk als vermeld bij geslacht en familie. Grondkleur olijfgroen/bruin transparant. Over het midden loopt een brede lijn van onregelmatige zwarte vlekken. Vinnen zijn kleurloos op rug- en aarsvin na, daarvan zijn de vinstralen aan de basis zwart.. Mannen hebben op beide vinnen een oranje tot rode zoom, zijn kleiner, donkerder gekleurd en minder kloek gebouwd. En natuurlijk voorzien van een andropodium.
Lengte ♀ tot 5,5 cm, ♂ tot 35 mm.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 24° C
pH: 6-7 dH: 0-30 fH: 0-53 ppm: 0-500
Kopen: ok.
Webb & Miller 1998
Afkomstig uit de Ameca rivier in westelijk centraal Mexico in de staat Jalisco.
Uiterlijk als beschreven bij geslacht en familie. Grondtoon geelbruin transparant met op de voorste helft voornamelijk metalig glanzende, naar de staart toe meer donker getinte schubben, vaak gecombineerd met een rij zwarte vlekken. Vrijwel altijd een zwarte vlek op de staartwortel. Mannen zijn doorgaans wat donkerder gekleurd. De vinnen zijn afgerond en kleurloos, alleen de staart heeft een zwarte zweem en een helder geel of oranjegele rand iets van de rand af. Als de vissen opgewonden zijn kleuren ze donker. In de baltstijd versterkt dit nog en kleuren de vissen geheel houtskool zwart met witte zomen aan rug- en aarsvin. Vrouwen missen de opvallende accenten.
Lengte ♀ tot 5 cm, ♂ tot 30 mm.
Kweken is niet moeilijk en verloopt als bij de overige leden binnen de familie.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 24° C
pH: 7-8 dH: 0-30 fH: 0-53 ppm: 0-500
Z. tequila wordt beschouwd als in het wild uitgestorven. Mogelijk bestaan nog kleine afgezonderde vindplaatsen. Wereldwijd doen kwekers pogingen de nog in gevangenschap levende dierenpopulatie in stand te houden. Ook herintroducties vinden plaats in de hoop dat weer wilde populaties ontstaan.
Kopen: ok.