= kleine Calliergon.
Klein geslacht van mossen met 7 soorten uit de familie van de ➛Pylaisiaceae.
Eén soort is redelijk houdbaar in het aquarium, ook verwarmd.
Loeske 1911
Puntmos
Een ➛kosmopolitische voorkomende soort in gematigd gebied; in België en Nederland algemeen. Voornamelijk op natte, betrekkelijk voedselarme grond, soms ondergedoken.
Boven water kussens vormend mos dat met dennentakachtige vertakkingen groeit. Onder water is de groei rechtop naar het ➛licht, met weinig vertakkingen en verder uit elkaar staande blaadjes, waardoor een breekbaar ogend geheel ontstaat. Lichtgroen.
Hoogte tot 10 cm, breedte tot 2 mm.
Een weinig eisende mossoort, die met redelijk tot veel licht een niet zeer snelle groeier vormt. Lijkt sterk op ➛Drepanocladus aduncus, maar is sterker en lichter gekleurd. Dit mos hecht niet met ➛rizoïden en permanent vastzetten is nodig. Plantenvoeding en ➛CO₂ stimuleren de groei zeer.
Vermeerdert als andere mossoorten; ieder takje groeit weer tot een volledige plant uit.
Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.
Temperatuur: 10 tot 25° C
pH: 5-8 dH: 4-30 fH: 7-53 ppm: 70-500
= mooi haar.
Sterrenkroos
Uitgebreid geslacht van water- en moerasplanten met meer dan 60 soorten uit de familie van de ➛Plantaginaceae.
Kleine, groene planten met opgaande stelen voorzien van kruiswijze bladeren. De meeste soorten leven in water, maar enkele soorten daarbuiten. Alle soorten verdragen een korte periode van uitdrogen van het water.
In de reguliere aquariumhandel worden deze planten niet aangeboden, maar via internet als vijverplanten soms wel. Negen soorten zijn in België en Nederland meer of minder algemeen in de natuur te vinden. Voor het tropisch aquarium zijn de meeste daarvan niet geschikt: het permanent warme aquariumwater doet veel soorten op de langere termijn geen goed. Vermijd daarom planten uit stromend water en beperk de keus tot exemplaren uit ondiep, stilstaand water. Voor het koudwateraquarium zijn deze planten zeer geschikt. Houdt rekening met een snelle groei, met vele vertakkingen, waardoor dichte bossen ontstaan. De planten stellen weinig eisen en blijven ook 's winters groen, al kan een rustpauze worden genomen. De planten zijn vrij breekbaar en daarom minder geschikt voor vissen met een wat ruwere natuur.
Met kroossoorten heeft de plant weinig van doen, ondanks de naam. Deze slaat op de kroosachtige groeiwijze in stervorm als de plant eenmaal het wateroppervlak heeft bereikt. Onder water blijven de blaadjes wat smaller en staan verder uit elkaar. Voor aquariumgebruik zijn de meest geschikte soorten C. stagnalis en C. hermaphroditica, ware het niet dat deze laatste op de Nederlandse rode lijst staat als zeer zeldzaam. Voor het tropisch aquarium is C. brutia aan te bevelen.
Kützing 1835
Haaksterrenkroos
Afkomstig uit Europa, vooral midden en westen, minder algemeen in het noorden. Zuidelijkste punt Noord-Italië. Ook in Groenland. In Vlaanderen vrij algemeen, in Wallonië zeldzaam. In Nederland een vrij zeldzame soort in de oostelijke helft en de waddeneilanden, elders zeer zeldzaam.
Groeit als beschreven bij het geslacht. Bladeren onder water lijnvormig, op het water korter en elliptisch of rond met een wat breder en gepunt uiteinde, rozetten enigszins hol.
Hoogte tot 80 cm, breedte tot 30 mm.
Voor het verwarmd aquarium de meest geschikte soort. Profiteert sterk van ➛CO₂-bemesting.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 10 tot 26° C
pH: 7-8 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500
Lang bekend geweest als C. hamulata en kort als C. brutia var. hamulata.