KoudwateraquariumKribia kribensis

Koudwateraquarium

Type ➛aquarium zonder kunstmatige ➛verwarming, die evenwel vorstvrij wordt gehouden. Meestal gaat het daarbij om het houden van ➛inheemse dieren en planten, of uit gebieden met een vergelijkbaar klimaat. Ook de bakjes en potjes met slootleven, waarmee menig liefhebber de hobby begon, vallen hieronder.

In tegenstelling tot wat het lijkt kan het ➛onderhouden van dit type aquarium erg lastig zijn, vooral met betrekking tot de gezondheid van de gehouden vissen. Koudwatervissen zijn gevoelig voor warm water en hebben in de regel zuurstofrijker water nodig dan tropische soortgenoten. De maximum ➛temperatuur voor deze dieren ligt rond kamertemperatuur. 's Zomers kan de watertemperatuur echter tot boven de 30° C oplopen, iets dat maar weinig vissen overleven. Alleen actieve ➛koeling of plaatsing in een kelder kan dit voorkomen. Enige gewenning bij vissen is echter mogelijk, waarbij dieren het beste aan het begin van de winter in het aquarium worden geplaatst, zodat met het stijgen van de temperatuur 's zomers het water geleidelijk aan meegaat. Houdt echter rekening met verliezen op zeer warme dagen.

Kraakbeenvissen

Chondrichthyes

Krabben

Brachyura

Krabbenscheer

Stratiotes aloides

Kranswieren

Characeae

Kreeftachtigen

Crustacea

Kreeften

Astacidea

Krekels

Gryllidae

krétseri

= naar Sri Lankaans advocaat De Kretser.

Malpulútta

kribénsis

= uit de Kribi rivier, Kameroen.

Kríbia

Pelvicachrómis

Kríbia

= uit de Kribi rivier.

Klein geslacht van grondels met 4 soorten uit de familie van de ➛Butidae.

Kleine slaapgrondels uit West- en Centraal-Afrika, die gemakkelijk over het hoofd worden gezien door de weinig spectaculaire bruintinten. Kenmerkende grondels met een langwerpig, rolrond lichaam, alleen nabij de staart zijdelings afgeplat. Ook de dubbele rugvin ontbreekt niet. De voorste is iets langer dan de helft van de achterste, beide zijn identiek getekend. De staartvin is smal waaiervormig. De buikvinnen zijn niet vergroeid tot een zuignap, maar dienen wel als bodemsteun, waarbij de borstvinnen in rust op de grond hangen. De ogen hebben de typische reflectielaag van nachtelijk actieve dieren om beter te kunnen zien, wat de soms merkwaardige kleur verklaart. Vrouwen zijn wat steviger en missen eventueel de meer opvallende kenmerken.

De dieren leven in kleine rivieren en meren met beperkte of geen stroming boven een zand- of rotsbodem, in de buurt van begroeiing. Aquariumervaring is echter vrijwel onvindbaar, en ook de kweek van deze vissen is nog niet gelukt.

Als voedsel kan allerlei ➛dierlijks van het juiste formaat dienen, muggenlarven, watervlooien, Cyclops, e.d.

kribénsis

Boulenger 1907

Te vinden langs de West-Afrikaanse kust van Guinea tot Congo-Kinshasa in zoet water.

Kribia kribensis
Kribia kribensis. © ➛M. Taxacher

Vorm volgens de geslachtsbeschrijving. Kleur gelig lichtbruin met een donkerder marmertekening met 5 tot 7 brede strepen die naar de buik toe smaller worden. Vinnen transparant, staart-, aars- en rugvinnen met op de donkerbruine vinstralen vuilwitte strepen parallel aan het lichaam.

Lengte tot 5,5 cm.

Verzorging en gedrag volgens de geslachtsbeschrijving. De kweek is nog niet gelukt.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 28° C

pH: 6-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Kopen: ok.