= enkel, afzonderlijk, alleen.
➛Cel met een enkele set ➛chromosomen, aangeduid met 1n, tijdens de ➛meiose gevormd uit ➛diploïde cellen. Vooral bekend van geslachtscellen (➛gameten), bij sporenplanten komen echter gametofyten als tussenvormen voor, kleine haploïde plantjes.
Term waarmee decoratiemateriaal als ➛steen en ➛hout in de ➛inrichting van een aquarium, meer specifiek een ➛aquascape, worden aangeduid. Daarmee onderscheid het zich van ➛softscape.
= naar de Amerikaanse verzamelaar Haseman.
Klein geslacht van karperzalmen met 9 soorten uit de familie van de ➛Characidae.
Scholenvissen uit Brazilië, Zuid-Amerika. Slechts één soort, de koperzalm H. nana, is binnen de hobby bekend en behoort tot de meest gehouden vissen. Kenmerkend voor dit geslacht is het ontbreken van de voor de familie gebruikelijke ➛vetvin.
Typisch spoelvormig lichaam als vele geslachten binnen de familie, met een wat stompe kop. Rugvin vrij groot driehoekig, net voorbij het midden, de anaalvin langer, meestal met verlengde voorste vinstralen, de staartvin gevorkt. Buikvinnen wat kleiner dan de rugvin, vrij kort voor de anaalvin. Mannen krachtiger van kleur, vrouwen forser.
Voor het ➛gezelschapsaquarium zeer geschikte, vreedzame dieren die in een ➛school van minimaal acht dieren het best tot hun recht komen. Met ➛drijfplanten of -bladeren gedempt ➛licht en een donkere ➛bodem doen kleuren mooier uitkomen en verbetert het zelfvertrouwen van de dieren.
Een combinatie van veel zwemruimte en dicht beplante gedeelten geeft dekking voor de laagsten in rang binnen de school, iets wat in de natuur niet altijd het geval is. Ook met voldoende wortelhout kan dit worden bereikt. Helder en zuurstofrijk water met enige stroming wordt op prijs gesteld.
Voedsel is zelden een probleem; de dieren zijn niet kieskeurig en eten alle ➛levend, ➛diepvries- en ➛droogvoer van het juiste formaat.
Kweken gaat in de regel eenvoudig zolang het water zacht en enigszins zuur is. Zorg voor fijn groen of een ➛kweekmop en laat eventueel een bodem achterwege. Houdt de verlichting beperkt. Gebruik een kweekrooster of verwijder de ➛eierrovende ouders zodra in de ochtend de kleverige eieren zijn afgezet. In het eerste geval kan ook met een groep van zes dieren worden gekweekt. De eieren komen na maximaal 36 uur uit, de jongen zwemmen na drie tot vier dagen vrij rond, welke met bijvoorbeeld infusoriën of ander zeer fijn ➛jongbroedvoer kunnen worden gevoerd.
Bertaco & Malabarba 2007
Afkomstig uit de bovenloop van de Rio Tapajós in het ➛Amazonegebied.
Uiterlijk als beschreven bij het geslacht. Transparant beigewit met een brede, donkerbruine middenstreep, waardoor de dieren meer aan een vrouwelijke ➛Inpaichthys kerri of ➛Nematobrycon palmeri doen denken. Over de rug loopt eveneens een dergelijk gekleurde streep. Vinnen kleurloos, de aarsvin zonder verlengde voorste stralen.
Lengte tot 40 mm.
Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld.
Voor zover bekend is deze soort nog niet in aquaria nagekweekt.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 23 tot 27° C
pH: 5-8 dH: 0-18 fH: 0-32 ppm: 0-300
De indeling onder Hasemania is gebaseerd op het ontbreken van de vetvin en enkele kenmerken van de tandbezetting. Het is te verwachten dat de soort op korte termijn nog een naamswijziging ondergaat.
Kopen: ok.