Cichliformescinereum

Cichlifórmes

= afgeleid van Cichlidae.

Orde van overwegend grotere vissen uit de infraklasse van de ➛Teleostei.

Lang vielen de cichliden uit de familie ➛Cichlidae onder de baarsachtigen of ➛Perciformes, maar moleculair onderzoek wees uit dat ze beter in een eigen orde passen, met name vanwege enkele onderscheidende structuren in de bouw van de schedel. Merkwaardig genoeg vallen ook zeevissen uit de familie Pholidichthyidae, met slechts één geslacht met daarin twee soorten, hieronder.

De Cichliformes vallen onder de klasse van de ➛Actinopterygii, maar de nadere plaatsing daaronder is nog onduidelijk.

Ciliáta

= trilharen.

Oude benaming voor infusoriën, de huidige naam is ➛Ciliophora.

Cilióphora

= wimpers dragend.

Trilhaardiertjes, infusoriën, wimperdiertjes

Stam van ➛eencelligen uit het rijk van de Protista, en vallen als zodanig buiten de planten, dieren en schimmels. Ze worden tot de verzamelgroep ➛Protozoa gerekend. Behalve bovengenoemde namen wordt ook de term (sloot)infuus wel gebruikt.

Trilhaardiertjes behoren tot de grootste en hoogst ontwikkelde eencelligen, waarvan de gevarieerde vormen aan veelcellige dieren doet denken. Zoals de naam al verraad, hebben deze eencelligen vele stijve haartjes (cilia) die al trillend worden gebruikt voor voortbewegen, eten of ergens aan vasthouden. Daarmee tonen ze gelijkenis met zweepdiertjes of ➛Flagellata. De Ciliophora zijn echter een stuk groter, en de lengte van de haren is relatief korter dan de enkele zweephaar van de flagellaten.

Ciliophora
Trilhaardiertje Cothurnia annulata. © ➛Dr. R. Wagner

Sommige Ciliophora leven van flagellaten. Ook leven veel van bacteriën, reden waarom ze vaak bij rottend materiaal zijn te vinden.

Bekende Ciliophora zijn het pantoffeldiertje (➛Paramecium), trompetdiertjes (➛Stentor) en klokdiertjes (➛Vorticella). Onder andere deze zijn zeer bruikbaar als ➛jongbroedvoer en kunnen zelf worden gekweekt. Vul daartoe een fles of bakje met water en voeg drie tot vier gekneusde slabladeren en een bananenschil toe. Sluit ze niet af. Zet ze niet te licht, de temperatuur bepaalt de snelheid waarmee de dieren zich ontwikkelen. In eerste instantie treedt een vertroebelende bacteriebloei op, samen met een onaangename geur. Dan wordt het water langzaam helderder: de infusoriegroei komt op gang. De geur wordt zoetiger. Zodra het water helder is kan vanaf het oppervlak met een pipet of kwast worden geoogst. Voorkom wel het meekomen van afvalresten. Een dergelijke kweek gaat maximaal een week mee, met wat handigheid langer. Zet een nieuwe kweek op door deze met de oude te enten. Een parallelle tweede kweek kan voor continuïteit zorgen.

Ook de parasiet witte stip (➛Ichthyophthirius) valt onder de trilhaardiertjes.

Trilhaardiertjes waren lange tijd bekend onder de naam Ciliata.

De term 'infusoriën' wordt nog vaak gebruikt om allerlei microscopisch kleine dieren en planten mee aan te duiden, anders dan de hier besproken groep, zoals ➛raderdiertjes, flagellaten en ➛algen.

Andere bekende infusoriën zijn te vinden in onder meer de geslachten Stylonychia en ➛Trichodina.

cineréum

= grijs

Eriócaulon