Chloróphyta

Groenwieren

Stam van overwegend groen gekleurde ➛algen. De verwantschap met planten zijn te zien in de celvorm en -bouw en de aanwezigheid van chloroplasten. Vaatbundels en bladeren ontbreken echter, en cellen zijn ongedifferentieerd; onderdelen worden ➛thalli genoemd.

Groene algen komen wereldwijd voor in zowel zoet, ➛brak als zout water en op land, waaronder enkele extreme omstandigheden, zoals wat betreft diepte, warmte, licht of ➛zoutgehalte. Sommige leven in ➛symbiose met korstmossen, ➛sponzen, ➛schimmels, ➛infusoriën en ➛slakken. Ook ➛parasitaire algen komen voor.

In aquaria zijn groene algen altijd aanwezig, meestal in de vorm van groene aanslag op ruiten of andere harde voorwerpen, zoals steen, hout of slakkenhuizen, soms op traag groeiende planten.

De juiste soort groenalgen kan met de volgende tabel worden vastgesteld:

1. 1. Het water is heldergroen gekleurd: ➛algenbloei
   2. Groene, stoffige aanslag of vlekjes op ruiten en voorwerpen, soms op planten: ➛puntalgen
   3. De algen groeien aan de onderzijde van garnalen: ➛Cladogonium
   4. Draadvormige algen: zie 2
   5. Buisvormige algen met een netstructuur: ➛Hydrodictyon
2. (van 1d) Draadvormige algen
   1. Onvertakte, dunne en zachte draden: 3
   2. Sterk vertakte, stevige draden: 4
3. (2a) Onvertakte, dunne en zachte draden
   1. Lange draden van vele tientallen cm lang: ➛draadalgen
   2. Kortere draden: ➛fluweelalgen
4. (2b) Vertakte, stevige draden
   1. Groeien op stenen, hout en andere decoratie: ➛Cladophora
   2. Los liggend op de bodem: ➛kluwenalgen
   3. Stevige, ongeveer 1 mm dikke stelen met kransen, lijkend op hogere planten. Groen, soms roodachtig: ➛kranswieren

Chloróphytum

= geelgroene plant.

Geslacht van planten uit de aspergefamilie of Asparagaceae, afkomstig uit Azië en Afrika. De C. bichetii wordt onregelmatig als aquariumplant aangeboden, maar is als zodanig ➛ongeschikt. Wel geschikt als kamer- of ➛paludariumplant.