SchimmelsSchismatoglottis roseospatha

Schimmels

Fungi

schíndleri

= naar de Duitse liefhebber Schindler.

Pítuna

Schismatoglóttis

= met gescheiden tong.

Groot geslacht van moerasplanten met ten minste 100 soorten uit de familie van de ➛Araceae.

Deze in rozetten groeiende planten, waarvan slechts enkele voor permanente onderwater cultuur geschikt zijn, zijn nauw verwant aan ➛Bucephalandra. De verspreiding beslaat Zuidoost-Azië tot en met Oceanië, maar ontbreken in Australië. De meeste soorten komen op Borneo voor, langs snel stromende rivieren in bosgebied, die tijdens de moesson overstromen.

Robuuste en weinig eisende planten, waarvan de bladeren groeien uit een ➛rizoom, waardoor één plant een klein veldje kan vormen. Net als bij Bucephalandra en ➛Cryptocoryne is het blad onder water bezaaid met zilverachtige stipjes. Zodra de plant wortelt komt de trage tot matig snelle groei op gang. Dit kan zowel op de bodem (niet er in!) als op steen of hout. De trage groei betekent wel dat er weinig onderhoud aan de planten is. Vermijd al te felle verlichting, of demp deze met drijfplanten of -bladeren. Gezien de herkomst is sterke stroming geen probleem.

Vermeerderen gaat eenvoudig door het delen van de wortelstok, of door er kleine stukjes af te snijden en te laten drijven tot er een plant uit groeit.

priétoi

Boyce, Medecilo & Wong 2015

Endemisch op de Filipijnen, langs oevers van snel stromend, helder water in laagland oerwoud.

Schismatoglottis prietoi
Schismatoglottis prietoi

Groeiwijze als vermeld bij het geslacht. Ovale, bleekgroene tot groene bladeren van ongeveer vier cm. De randen zijn licht gegolfd en hebben een punt aan het einde, staande op een wat langere steel.

Hoogte tot 8 cm, breedte tot 12 cm.

Een weinig eisende plant die zowel in de bodem als op hout of steen kan groeien. Gematigd licht en wat meststoffen doen de plant goed.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Deze recent ontdekte soort wordt nog weinig aangeboden.

roseospátha

Bogner 1988

Endemisch in het zuidelijk deel van Sarawak op Borneo. Groeit epifytisch langs oevers op vaste ondergrond gehecht, zoals steen of boomwortels, die bij hoog water overspoelen.

Schismatoglottis roseospatha
Schismatoglottis roseospatha

Groeiwijze als bij het geslacht aangegeven. Smal lancetvormige en spitse donkergroene bladeren met wat lichtere nerven, eindigend in een punt. De randen zijn licht gegolfd. De schutbladeren zijn rozerood, zoals de naam aangeeft, de bladstelen rozig bruin.

Hoogte tot 8 cm, breedte tot 12 cm.

Ondanks dat het geen waterplanten zijn, kunnen deze toch permanent onder water verblijven. Daarin blijven de planten veel kleiner dan de 25 cm boven water. De groei verbetert zichtbaar met wat vloeibare ➛plantenvoeding en ➛CO₂-bemesting, maar blijft traag. Zet de plant niet in fel licht en bij voorkeur in de stroming van, bijvoorbeeld, een filteruitlaat. Ook aan hout of steen op te binden.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 5-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

De plant is al sinds de jaren '70 bekend dankzij Duitse hobbyisten, maar wordt nauwelijks aangeboden.