= afgeleid van het Latijnse palus, moeras.
Onderkomen voor dieren die zowel in water als daarboven leven, zoals ➛amfibieën, waterslangen en ➛krabben, maar ook aquariumdieren. Een veel voorkomende vorm is een ➛aquarium met een nabootsing van een stuk oerwoud erboven, maar kan zeer diverse vormen hebben.
= veld bedekkend.
Microwormen
Kleine rondwormen uit de stam van de ➛Nematoda, alle afkomstig uit Noord-Amerika. Soorten zijn moeilijk te classificeren, wat ook blijkt uit de vele synoniemen: alle hier genoemde soorten hebben onder vele geslachtsnamen gediend.
Enkele soorten zijn, dankzij hun lengte van iets meer dan een millimeter en een diameter van slechts enkele tientallen micrometer, geschikt als ➛jongbroedvoer. Zelfs de kleinste jongen zijn al in staat de wormen te eten.
Opzetten van een kweek is niet moeilijk. Nodig zijn een bakje met deksel, bij voorkeur plastic. Een doorzichtige bak is eenvoudig te inspecteren. Verder instant aardappelpuree, een kwastje en een entportie wormen. Die laatste is te verkrijgen via internet voor een klein bedrag, vrienden en bekenden of via een vereniging.
Doe wat pureepoeder in de bak en voeg water toe tot er een luchtig mengsel ontstaat zonder klonten. Aardappelpuree ruikt minder sterk dan het veel gebruikte havermout en is eenvoudiger aan te maken. Ook is de toevoeging van gist niet nodig. Voeg de entportie toe. Perforeer de deksel, maar houd de gaten tot 2 mm om besmetting met fruitvliegen in de zomer te voorkomen. Een groter gat kan met een prop filterwatten worden afgesloten. Een sticker met de datum kan handig zijn, bij kweken van meerdere soorten ook de naam, de wormen zijn op het oog moeilijk uit elkaar te houden. Bij kamertemperatuur zijn de wormpjes al ruim binnen een week te oogsten.
Dat kan op verschillende manieren. Een eenvoudige methode is om de kweek op een (niet te) warme plek te zetten, zoals de lichtkap van het aquarium. De wormpjes zullen dan de wanden van het bakje opkruipen, waar ze met de vinger of het kwastje kunnen worden opgeveegd en gevoerd.
Een kweek als deze kan het twee tot drie maanden uithouden. De puree stort geleidelijk in tot er alleen nog een dunne drab over is, waarna een nieuwe kweek kan worden opgezet, geënt met de oude. Houdt bij voorkeur een kweek parallel, mocht er onverhoopt één mislukken. De tweede kan dan eveneens worden gebruikt als overbrugging tijdens de opstart van een nieuwe kweek.
Deze wormculturen zijn wat minder geurloos dan die van azijnaaltjes (➛Turbatrix), zeker met eerder genoemd havermout. De geur vertelt echter veel over de staat waarin de kweek verkeerd. Een zurige geur is goed, mufheid duidt op schimmel.
Uitsluitend voeren met deze wormen tijdens de opfok kan leiden tot ➛misvormingen. Bekend zijn buikvinnen missende betta's.
Menzel 1922
Bananenworm
De kleinste soort, wat betreft eigenschappen vergelijkbaar met de walterworm.