Incubatie, incubatietijd

• Bij ➛kweken: periode tussen het leggen van eieren en het uitkomen ervan. Bij seizoenvissen betekent dat ook periode van bewaren van de eieren.
• Bij ➛ziekten: periode tussen besmetting en het optreden van symptomen. Besmetten van anderen is in die periode meestal al mogelijk.

índica

= uit India.

➛Nájas

Indische glasbaars

➛Parambassis ranga

Indische glasmeerval

➛Kryptopterus vitreolus

Indische modderkruiper

➛Pangio kuhlii

Indostómidae

= afgeleid van Indostomus.

Stekelbuisbekvissen

Familie van langwerpige, naaldvormige vissen met slechts één geslacht, ➛Indostomus. Deze vissen vormen een taxonomisch raadsel. Op het eerste gezicht lijken het gestrekte zeepaarden of aangepaste zoetwaternaalden. Moleculair onderzoek lijkt te wijzen op de kieuwspleetalen of ➛Synbranchiformes, waaronder ook de stekelalen vallen. Verwantschap met de stekelbaarzen werd echter al langer aangenomen, reden waarom ze tot dusver meestal tot de stekelbaarsachtigen of ➛Gasterosteiformes worden gerekend.

Indóstomus

Klein geslacht van kieuwspleetalen met 3 soorten uit de familie van de ➛Indostomidae.

Langwerpige, naaldvormige vissen met een spitse, buisvormige snuit met een kleine, bovenstandige bek. De flanken zijn met getande beenplaten bezet, ook de zeer dunne en lange staartwortel. De kleurloze staartvin is waaiervormig. Rug- en aarsvin staan onder elkaar en hebben eveneens een waaiervorm. Beide staan ver naar achteren, in het midden van het lichaam en zijn van een melkwitte zoom verzien, met een marmertekening er langs. Ook de buikvinnen hebben een dergelijke tekening. De basiskleur is geelbruin met lichtere dwarsvlekjes. I. crocodilus is donkerder van kleur. Vrouwen zijn lichter van kleur en hebben een kleurloze en minder grote rug- en aarsvin.

Alhoewel geen scholenvis kan toch het best een groep van minimaal vier dieren worden gehouden. Niet combineren met veel grotere vissen, de dieren worden al snel als prooi gezien. Kleine soorten van het geslacht ➛Boraras of andere karpers geven geen problemen. Eet klein ➛levend en ➛diepvriesvoer. ➛Droogvoer gaat moeilijk. Een wat groter, gerijpt aquarium biedt aanvullend voer als ➛raderdiertjes etc.

De kweek is niet moeilijk. Holenbroeders die de eieren tegen het plafond van een hol afzetten. De man bewaakt het legsel en jongen tot deze vrij zwemmen. De jongen zijn zeer klein en vereisen zeer fijn ➛jongbroedvoer als ➛Paramecium.

De drie moeilijk te onderscheiden soorten worden zelden in de handel aangeboden. Zowel I. crocodilus als spinosus worden als kwetsbaar of bedreigd beschouwd, I. paradoxus is wijder verspreid en biedt nog geen reden tot zorg.

crocódilus

Britz & Kottelat 1999

Inheems in Zuidelijk Thailand en het noorden van het Maleisich schiereiland, in vergelijkbaar terrein als I. paradoxus.

Lengte tot 30 mm.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 27° C

pH: 5-7   dH: 0-8   fH: 0-14   ppm: 0-130

Kopen: nee.