Araliaceaearcuatus

Araliáceae

= afgeleid van Aralia.

Klimopfamilie

Familie uit de orde van de ➛Apiales, van voornamelijk tweezaadlobbige struiken en bomen, maar ook enkele ➛moerasplanten. Deze komen vooral voor in tropen en subtropen, maar ook in gematigde streken komen enkele soorten voor, zoals gewone klimop. Binnen de familie is geen gemeenschappelijk kenmerk aan te wijzen, maar doorgaans is de bladstand verspreid en bloemen zijn vijfbladig.

Aquariumplanten komen uitsluitend voor in het geslacht ➛Hydrocotyle.

Architaenioglóssa

Groep van kieuwslakken uit de klasse van de ➛Gastropoda. Alle soorten beschikken over een ➛operculum. Zowel land- als waterslakken vallen hieronder. Bekende geslachten in de aquariumwereld zijn te vinden in families van de ➛Ampullariidae en de ➛Viviparidae.

Archocéntrus

= omkering van centrarchus.

Monotypisch geslacht van cichliden uit de familie van de ➛Cichlidae.

Na meerdere herzieningen zijn op één na alle soorten naar andere geslachten verplaatst, zoals Amatitlania, Cryptoheros en Herotilapia.

centrárchus

Gill 1877

Afkomstig uit Costa Rica, Honduras en Nicaragua, in allerlei ondiep, vrijwel stilstaand water als sloten, poelen, moerassen, afgesneden meanders en kratermeren, veelal dicht begroeid.

Archocentrus centrarchus
Archocentrus centrarchus. © B. Vandeweghe
Gedrongen, hoog lichaam. In het aquarium kan de lengte tot 15 cm oplopen. Gelig grijsbruine huid en vinnen, met op de flanken voor de onderste helft een blauwwitte metaalglans en zes tot zeven vlekkerige, brede zwarte dwarsbanden, die deels in de rug- en aarsvin doorlopen. Ook op de kieuwdeksel zijn zwarte vlekken. De intensiteit ervan wordt door de stemming bepaald en varieert op het blauwwitte deel ten opzichte van het geelbruine rugdeel. In de paartijd wordt het blauwwit geheel zwart, samen met de buik, eerst bij de vrouw, later bij de man. Het geslachtsonderscheid toont zich voornamelijk in de lengte.

Lengte ♀ tot 10 cm, ♂ tot 11 cm.

Weinig eisende, vreedzame dieren, die onderling echter ➛territoriale agressie kunnen tonen. Daarbij maken ze soms grommende geluiden. Andere dieren worden met rust gelaten. Warmtebehoeftig, in de natuur komen temperaturen tot 36° voor. Te houden als paar, voor een groep is een beduidend groter aquarium nodig. Beplant het goed, ook in het wild leven de dieren in een dicht begroeide omgeving. De zeer fijne kieuwzeven duiden op een specifieke voedselbehoefte. Onder andere detritus kan ermee worden gefilterd. In het aquarium kunnen deze ➛omnivoren met uiteenlopend voedsel worden gevoerd.

De kweek is vrij eenvoudig. Tot 800 eieren worden tegen een verticaal oppervlak afgezet, soms ook in een hol. Eerste legsels worden vaak opgegeten, maar gewoonlijk volgt al gauw een volgende paring. Na drie dagen komen de eieren uit en worden de jongen door de ouders in de buurt opgehangen aan planten en voorwerpen. Na nog eens 10 dagen zwemmen ze vrij, waarna met ➛Artemianaupliën kan worden gevoerd.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 26 tot 28° C

pH: 7-8   dH: 8-18   fH: 14-32   ppm: 130-300

Deze soort is onder meer ingedeeld geweest bij de geslachten Heros, Astronotus en Cichlasoma.

Kopen: ok.

arcuátus

= met een boog.

Corýdoras