OperculumOpsariichthys evolans

Opérculum

= deksel.

Een operculum is latijn voor deksel, in brede zin. Deze term wordt binnen de aquaristiek vooral gebruikt voor een aantal slakkensoorten. Deze kunnen met een operculum van meestal hetzelfde materiaal als hun huis dat huis er mee afsluiten, bijvoorbeeld bij gevaar of in geval van langdurige droogte. Operculum wordt echter in meer gevallen gebruikt, onder meer bij bloemknoppen, en van veel ➛mossen zijn de sporendoosjes met een operculum afgesloten tot deze rijp zijn. Bij vissen wordt de kieuwdeksel ook wel met operculum aangeduid.

Opfok

Jongbroed

Ophiópogon

Geslacht van planten uit de aspergefamilie of Asparagaceae, waarvan O. japonicus of (Japanse) slangenbaard een enkele maal als aquariumplant wordt aangeboden. De plant is daarvoor echter ➛ongeschikt.

Opsariichthys

= mogelijk Opsariusachtige vis.

Geslacht van karpers met ruim 15 soorten uit de familie van de ➛Xenocyprididae.

Wat grotere karpers uit oostelijk Azië: Rusland, China, Vietnam, Korea, Japan, Taiwan en het eiland Hainan, met een sterke gelijkenis met het geslacht Opsarius, maar een nauwe verwantschap daarmee ontbreekt. De onderlinge soorten vertonnen over het algemeen grote gelijkenis. Langwerpige, zijdelings beperkt samengedrukte vissen die robuust aandoen. Vrij grote en krachtige, eindstandige bek. Langs de kaken en op de kieuwdeksels zijn rijen grijswitte knobbeltjes te zien. Opvallend is de grote, in het midden sterk verlengde aarsvin, waarvan de stralen ook met eerder genoemde knobbeltjes kunnen zijn bezet. Ook buik- en borstvinnen zijn relatief groot.

Levendige bewoners van ondiepe rivieren met een stenige bodem en stevige ➛stroming, met een roofzuchtige leefwijze. Te kleine vissen worden daarom mogelijk als voedsel gezien. Zorg voor een stevige stroming. Goede filtering houdt het water helder, maar een geregelde waterwissel is van groot belang. De inrichting kan met rolkeien van verschillende grootte. Wat plantengroei is voor de laagsten in rang goed als toevluchtsoord, maar houdt voldoende zwemruimte. Houdt van deze ➛scholenvissen minimaal zes exemplaren.

Te voeden met wat grover ➛levend en diepvriesvoer.

évolans

Jordan & Evermann 1902

Inheems in China en Taiwan.

Vorm volgens de geslachtsomschrijving. Kleur blauwig grijs, naar de rug toe olijfgroen. Achter de kieuw eneen donker groenblauwe vlek. Op de flanken rond de 12 groenblauwe, druppelvormige dwarsvlekken, die aan de onderkant soms gespleten zijn. Huid tussen de witte rug- en aarsvinstralen donkerbruin, bij staart-, borst- en buikvinnen geel. Staart met grijze zoom.

Lengte ♀ tot 7 cm, ♂ tot 9 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht omschreven.

Geen kweekverslag van bekend.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 14 tot 25° C

pH: 6-8   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

Geen IUCN status.