ViviparidaeViviparus viviparus

Vivipáridae

= afgeleid van Viviparus.

Familie van kieuwslakken uit de klasse van de ➛Gastropoda. Deze komen uitsluitend voor in zoet water. De dieren zijn eierlevendbarend en dragen de jonge slakken mee tot deze al enige ontwikkeling hebben doorgemaakt, zoals een schelp met vier windingen.

Interessant voor het aquarium zijn soorten uit de geslachten Bellamya, Cipangopaludina, Filopaludina, Taia en ➛Viviparus.

Vivipárus

= levendbarend.

Klein geslacht van slakken met 7 soorten uit de familie van de ➛Viviparidae.

Kieuwslakken met een conisch huis met regelmatige, bolle windingen die doen denken aan een opgerolde buis. Een kiel kan aanwezig zijn en is soms gekarteld. Een operculum is aanwezig. Moerasslakken kunnen verrassend oud worden, tot mogelijk 20 jaar.

Deze slakken zijn van gescheiden geslacht en eierlevendbarend: eieren komen in het moederlichaam uit. Deze zijn doorgaans gering in aantal en jongen zijn bij het ter wereld komen al vrij groot.

contéctus

Millet 1813

Spitse moerasslak

Inheems in Europa, algemeen in België en Nederland. In stilstaand permanent water met plantengroei. Ook in vrij zuur water.

Viviparus contectus
Spitse moerasslak. © ➛D.J. Saaltink

Uiterlijk vergelijkbaar als V. viviparus, maar heeft tot één winding meer, en deze zijn wat dieper ingesnoerd (sutuur). De schelp is aan de top, zoals de naam aangeeft, spitser.

Lengte tot 5 cm.

Buiten het opruimen van bodemafval is deze slak in staat voedsel uit langsstromend water te filteren.

vivipárus

Linneaus 1758

Stompe moerasslak

Verspreiding van Engeland tot de Oeral boven de Alpenlijn, in water met enige stroming, soms stilstaand water. In België en Nederland vrij algemeen.

Viviparus viviparus
Stompe moerasslak. © ➛Saxifraga - K. Marijnissen

Schelp als vermeld bij het geslacht. Vrij grote slakken met een zwartgrijs lichaam, oranjegeel gespikkeld. De kop bestaat uit een forse slurf en twee lange, dunne tentakels.

Lengte tot 40 mm.

Zeer geschikt voor het ➛koudwateraquarium. In tropisch water neemt de kans op sterfte toe. Ook licht ➛brak water wordt verdragen, tot 3‰. Alleseters die planten en medebewoners met rust laten. Voeden zich onder andere met ➛draadalg.

De slakken produceren slechts enkele jongen per keer, deze zijn bij de geboorte ongeveer vier mm groot.

Temperatuur: 10 tot 25° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

De stompe moerasslak kan oud worden: schattingen lopen van 6 tot 20 jaar.

Kopen: ok.