VoedselpiramideVoeren van jonge vissen

Voedselpiramide

Schematische voorstelling van de hiërarchie van elkaar etende ➛organismen. De piramidevorm is het gevolg van een steeds kleinere groep dieren die per exemplaar meerdere prooien eet, omdat niet alle biomassa overgaat in de eter (denk aan uitwerpselen of ➛dissimilatie).

Voedselpiramide
Lagen in de voedselpiramide. © AquaMecuM

De onderste laag wordt altijd gevormd door de producenten, die in staat zijn om met bijvoorbeeld zonlicht stoffen in bruikbare producten om te zetten (➛autotroof).

De er boven liggende lagen zijn, op de laatste na, alle consumenten, waarbij de eerste laag 1e orde consumenten worden genoemd, dit zijn overwegend ➛herbivoren. De 2e orde consumenten en hoger zijn ➛carnivoren. In de regel blijft het bij vijf lagen. Deze gebruiken delen van de organismen uit de onderliggende laag en zijn alle ➛heterotroof.

De reducenten, organismen die biomassa weer afbreken in anorganisch materiaal, zoals ➛bacteriën, staan uiteindelijk aan de top en zijn eveneens heterotroof. Toch komen deze op alle lagen voor, omdat deze groep zich niet beperkt tot het afbreken van de consumenten aan het einde van elke ➛voedselketen. Alle dode materiaal wordt uiteindelijk door deze groep opgeruimd.

Voeren van garnalen

Onder garnalen komen verschillende voedselvoorkeuren voor. Dit verschilt per geslacht. De meest gehouden garnalen zijn van de geslachten ➛Caridina en ➛Neocaridina en eten bij voorkeur ➛plantaardig materiaal, ook als afval, ➛detritus. Ook wordt biofilm gegeten. Dekt het plantenafval niet meer de behoefte, dan is bijvoeren noodzakelijk. De noodzaak daarnaar is af te lezen uit het enthousiasme waarmee nieuw voedsel wordt opgesnord. Als het voer de bodem bereikt is er meer kans dat mededingers meer voor de garnalen overlaten. Pas ook op met overvoeren, dit belast de ➛waterkwaliteit. Zodra de interesse in groente is verdwenen kan dit beter worden verwijderd. Morgen weer iets nieuws. Speciaal garnalenvoer is zodanig gemaakt dat dit niet uit elkaar valt en langer kan blijven liggen.

Macrobrachium soorten zijn ➛alleseters en meer aangewezen op ➛dierlijk voer, zelfs levende vis wordt in de natuur - en in het aquarium - gevangen. Deze hebben baat bij een groter aandeel dierlijk voer, hetzij ➛levend of in ➛diepvriesvorm, of ➛droogvoer.

Voeren van jonge vissen

Jongbroedvoer