Dier dat zich voornamelijk voedt met planten, wat inhoudt dat het voedsel daar voor minimaal 95% uit bestaat, anders is sprake van een ➛omnivoor.
Een veelgehoorde aanbeveling is het gebruik van een donkere ➛bodem, waarop immers de kleuren van planten en dieren beter uitkomen. Met natuurlijk ➛grind is dat vrijwel onmogelijk, maar met bruine herfstbladeren is dat eenvoudig, en het oogt heel natuurlijk.
Niet alle bladeren zijn geschikt, en zeker levende niet, alleen de bruine verdroogde. In de handel worden vooral bladeren afkomstig van de Terminalia catappa of tropische amandelboom verkocht. Deze bladeren worden al lange tijd in Aziatische viskwekerijen gebruikt om infecties tegen te gaan. Ze bevatten allerlei bacterieremmende stoffen met dure namen als flavonoïden, triterpenen en ➛tannines. De bladeren zijn in de winkel te koop, maar er zijn minder kostbare producten met vergelijkbare eigenschappen, zoals beuken-, eiken- en walnootbladeren, maar ook ➛elzenproppen. Alle hebben zo hun voor- en nadelen.
- Beukenbladeren hebben een mooie roodbruine kleur en gaan betrekkelijk lang mee. Het duurt tot zes weken als het bladmoes begint te vergaan, waarna ze slap worden en, als er geen garnalen zijn, met elkaar een plak op de bodem vormen. Met enkele nieuwe erbij of door alles te vervangen is het aantrekkelijker beeld weer hersteld.
- Eikenbladeren gaan een stuk langer mee, en bezitten veel tannines. Ze kleuren het water dan ook sterker dan beukenbladeren.
- Walnootbladeren zijn wat betreft samenstelling vergelijkbaar met catappabladeren en hebben bacterieremmende eigenschappen, maar vergaan snel: binnen twee weken zijn alleen de nerven nog over.
Verzamel de bladeren van de boom en beter niet van de grond. In het laatste geval is de kans groter dat er ongewenste schimmels of insecten meekomen. Voor alle zekerheid en om de bladeren sneller te laten zinken kunnen de bladeren kort in kokend water worden gehouden, maar in de praktijk gaat zonder ook prima, en wordt de gebruiksduur niet verkort.
➛Callitriche hermaphroditica