BrotiaBrotia pagodula

Brótia

= naar de Zwitserse zoöloog Brot.

Geslacht van slakken met ruim 40 soorten uit de familie van de ➛Pachychilidae.

De verspreiding beslaat zuidoostelijk Azië van noordelijk India tot westelijk Borneo. Uitsluitend in zoet water, hoofdzakelijk snelstromend.

Hoornvormig huis met vlakke tot weinig bolle windingen, soms met een opvallend getande kiel. Een ➛operculum is aanwezig. De voet is ovaal tot rond met een slurfvormige snuit.

Opvallende slakken die hier en daar in de handel worden aangetroffen. Vreedzame dieren die voor de overige bewoners geen enkel risico vormen. De eetlust is echter meer dan van slakken die doorgaans in aquaria worden aangetroffen. Om te voorkomen dat de planten aangevreten worden is het zaak om, mochten er geen algen aanwezig zijn, ➛plantaardig voer bij te voeren, eventueel op een dagelijkse basis. Ondanks de overeenkomsten met de torenslak ➛Melanoides tuberculata kruipen de dieren niet in de bodem.

De slakken zijn van gescheiden geslacht, en bijna niet van elkaar te onderscheiden. Voor kweekdoeleinden daarom altijd minimaal 5 slakken nemen om de kans op het verkrijgen van beide geslachten te vergroten. Ze zijn levendbarend en dragen zowel eieren als jongen mee in een ➛broedbuidel. Deze komen met huis en al ter wereld.

hercúlea

Gould 1846

Inheems in Thailand en Myanmar.

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Het huis varieert in kleur van geelbruin tot donker roodbruin. Het lichaam heeft een oranjegele grondkleur met een vlekkerig bruin patroon. Door selectieve kweek zijn ook exemplaren met een helder oranjegele lichaam of met een blauwig wit huis te verkrijgen.

Brotia herculea
Brotia herculea

Lengte tot 10 cm.

Verzorging en gedrag als beschreven bij het geslacht.

De dieren zijn na twee jaar geslachtsrijp, bij een lengte van ongeveer 6 cm. Voor de kweek is een aquarium met voldoende afvalmateriaal nodig.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500

Kopen: ok.

pagódula

Gould 1847

Endemisch in de Thoungyin rivier in Thailand.

Huis met een opvallend getande kiel. De kleur is geel- tot donker roodbruin. Het lichaam is licht geel met een vlekkerige grijsblauwe tekening.

Brotia pagodula
Brotia pagodula.

Lengte tot 5 cm.

Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht. Geen slakken voor onervaren liefhebbers, vermijd ook recent ingerichte aquaria. Vrij schuwe nachtdieren die uren in hun huis kunnen verblijven. Gedempt licht is aan te raden.

Kweken is mogelijk, per paring komen één tot drie jongen ter wereld. Op jaarbasis zijn dat 10 tot 20. De jongen dagelijks voeren met poederfijn voedsel.

Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 7-8   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500

Kopen: ok.