Ricciaceae
Rijpheidsdeling
RicciaceaeRijpheidsdeling
= afgeleid van Riccia.
Watervorkjes
Kleine familie van in het water levende levermossen uit de klasse van de ➛Marchantiophyta.
Slechts twee geslachten vallen binnen deze familie; ➛Riccia en Ricciocarpos.
De periode waarin een ➛startend aquarium een cultuur van micro-organismen ontwikkelt, vooral ➛bacteriën in de ➛stikstofkringloop. Ook de term 'indraaien' wordt veel gebruikt. In de praktijk is dit de periode waarna de eerste vissen in het aquarium kunnen worden geplaatst.
Zonder verdere ingrepen duurt deze periode tot zes weken, afhankelijk van factoren als temperatuur, belichting, al aanwezige ballaststoffen en ➛waterkwaliteit. In die periode ontbinden de eerste voor het oog onzichtbare organische resten waarbij producten als ➛ammoniak en ➛nitriet worden gevormd. Omdat bacteriën nog ontbreken worden die niet naar onschuldiger stoffen omgezet. Van die stoffen ontstaan al snel ➛giftig hoge gehalten die de dood van te vroeg ingebrachte dieren in kunnen veroorzaken, al zal het met een beperkt aantal dieren in de regel wel meevallen. Pas na de eerste één tot twee weken dalen die waarden door de zich nu steeds sneller ontwikkelende bacteriën, immers, deze gifstoffen zijn hún voeding. Door de waterwaarden te ➛meten kan inzicht worden verkregen in de concentratie van deze stoffen, juist in deze periode van groot belang.
Met behulp van ➛aquariumstarter kan deze periode aanzienlijk worden bekort, maar ook het inbrengen van een flinke hoeveelheid echte ➛waterplanten helpt, onder meer door de productie van zuurstof. Doorgaans zijn deze erg betaalbaar. Deze kunnen van de nu nog ontbrekende voeding worden voorzien met vloeibare ➛plantenvoeding en ➛CO₂.
Tijdens het rijpingsproces kunnen vormen van ➛waterbloei ontstaan, zoals ➛zweefalg of een witte waas. Meestal verdwijnen die na enkele dagen tot een week weer, onder meer dankzij de groeiende waterplanten. Gedurende het rijpingsproces is het van belang het nodige ➛onderhoud te plegen, wat voornamelijk bestaat uit wekelijkse ➛waterwissels, waarbij tot de helft wordt ververst, en het eerder genoemde toedienen van vloeibare plantenvoeding. In het geval van zweefalg is een eerdere waterwissel aan te bevelen, zodat de planten meer ➛licht krijgen. Houdt de ➛daglengte beperkt tot maximaal acht uur per dag.
Na het indraaien kunnen de eerste vissen worden uitgezet. Begin niet met de meest kritische soorten, sommige vissen en garnalen zijn erg gevoelig voor onstabiele waterwaarden.
