Orde in de klasse van de hogere kreeftachtigen of ➛Malacostraca, waarvan de meeste leden in zee leven, maar ook enkele in zoet water. Met name de garnalen zijn sinds de jaren '80 populaire aquariumbewoners geworden.
Kreeftachtigen hebben, net als ➛insecten, een uitwendig skelet dat niet met de inhoud mee groeit en geregeld wordt vervangen door te vervellen. Dit is een kwetsbaar moment voor de tienpoot, want de nieuwe huid is dan nog vrij week, wat nodig is om de oude huid te kunnen verlaten. Na enkele uren is het al een stuk harder. Volledige uitharding duurt enkele dagen.
Het lichaam van tienpotigen is, als bij alle geleedpotigen, verdeeld in functionele segmenten:
Eerste antennen, weinig beweeglijk.
Kopborststuk of cephalothorax, het centrale lichaamsdeel, omhuld door een rugschild of ➛carapax. Dit bevat ingewanden als hart, maag en kieuwen, en verbindt de onderdelen 4 tot en met 11.
Achterlijf of ➛abdomen, bestaande uit ➛pleons, segment 12 tot en met 15 zijn hieraan bevestigd.
Tweede antennen, zeer beweeglijk.
Snuit of ➛rostrum, meestal aan één of beide zijden gekarteld, in de regel naar voren.
Kleine pereopoden met scharen aan het eind, waarmee voedsel wordt opgepikt en naar de monddelen gebracht.
Drie paar looppoten.
Grote pereopoden.
Uropoden.
Staartstuk.
Telson.
Pleopoden, zwempoten.
Het belangrijkste zintuig is bij kreeftachtigen de reukzin. Deze is bijzonder goed ontwikkeld en leidt ze naar voedsel, dat ze doorgaans in een oogwenk ontdekken. De ogen zijn matig ontwikkeld en zien vooral licht, donker en beweging. Hun tasters of antennen vangen dit gebrek grotendeels op. In hun gedrag valt daarom ook weinig te merken van hun gebrekkig zichtvermogen.
In aquaria zijn met name leden van de garnalen (➛Caridea), kreeften (➛Astacidea) en krabben (➛Brachyura), van belang.