= snuit.
Met rostrum wordt meestal de snuitvormige verlenging bedoeld bij ➛kreeftachtigen. Deze bevindt zich aan de voorkant van de ➛carapax, tussen de ogen, en is vaak aan boven en/of onderzijde voorzien van voorwaarts gerichte vertanding, al komt achterwaartse vertanding ook voor. Rostrum heeft echter een meer algemene betekenis als snuit.
= met een ronde vorm.
Geslacht van planten met meer dan 40 soorten uit de familie van de ➛Lythraceae.
Planten uit tropische en gematigde gebieden van de wereld, Europa uitgezonderd. Het geslacht bevat zowel water-, moeras- als landplanten. Bladeren kruiswijs of in kransen, meestal ongesteeld. De planten zijn vaak deels of geheel rood gekleurd. De bloemen staan meestal in de bladoksels.
Over het algemeen kritische planten, die minder geschikt zijn voor starters in de aquariumhobby. Alle soorten vragen veel ➛licht en reageren goed op ➛CO₂. IJzerbemesting is, zoals bij rode planten eigenlijk altijd, aan te raden. Vermeerderen gaat als alle stengelplanten door zijtakken af te nemen of te ➛toppen.
Koehne 1880
Moerasplanten afkomstig uit Zuid-India.
Vorm als bij de geslachtsbeschrijving, waarbij de kruisgewijs staande bladeren de stelen deels omvatten. Bladvorm langwerpig eirond onder water, boven water cirkelrond en vrijwel gelijk aan R. rotundifolia. Bladeren bij voldoende licht bruinig rozerood, ook de stengels, en dicht opeen, vooral nabij de top, nerven iets lichter. Bladrand licht golvend.
Vele groeivormen en cultivars, zoals de eenvoudiger te houden 'Green' met groene, lancetvormige bladeren; de mutatie 'Narrow Leaf' met zeer smalle bladeren; de 'Green Narrow Leaf'; maar ook de 'Mini' met smallere, donkerder bladeren; 'Mini type 2' met kleine, langwerpig ovale groene bladeren met een paarsbruine onderkant; Mini type 4' met zeer kleine ronde of wat langwerpiger bladeren; de moeilijk te houden 'Variegated' met licht gekleurde nerven; en de 'Pearl', de neergebogen variant van de 'Mini type 2'. Afgezien van de 'Green' zijn de meeste vormen in cultuur ontstaan, mogelijk gaat het om een ➛polymorfe plantensoort.
Hoogte tot 60 cm, breedte tot 10 cm.
Deze snelgroeiende rozerode Rotala is ondanks de ongemakkelijke cultuur al vele decennia een zeer gewilde aquariumplant. Als aangegeven bij het geslacht is CO₂ en ijzerbemesting nodig, maar buiten dat ook veel licht, een kalkarme bodem en veel stroming. Let op de waterwaarden en de temperatuur, de plant is warmtebehoeftig en plotselinge kou wordt niet gewaardeerd. Plant de stengels niet te dicht opeen om te voorkomen dat de onderste bladeren groenig worden, verslijmen en afvallen. Bladeren zijn kwetsbaar en vertonen snel kniklijnen, wat kan worden veroorzaakt door vissen met een wat ruwere zwemstijl, zoals veel bodemvissen. Teruglopende planten duiden meestal op een CO₂-tekort.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 4-7 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
Koehne 1877
Enige inheemse soort in Noord-Amerika en Canada, levend op plaatsen met wisselende waterstand.
Langwerpig tot ovaal blad, kruiswijs aan de stengel. Stengels en nerven groen, bladeren rood gekleurd.
Hoogte tot 40 cm, breedte tot 10 cm.
Een niet al te moeilijke plant, zolang aan de bij het geslacht vermelde drie behoeften wordt voldaan: voldoende CO₂, ➛ijzer en ➛licht. Daarmee groeit de plant gestaag, maar niet snel.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 18 tot 30° C
pH: 5-7 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
De plant kent enkele kweekvormen, waaronder de 'Florida', een meer paars gekleurde variëteit.