Vissen die minimale broedvoorzorgen nemen. Een grote groep vissen legt eieren vrij in de ruimte of boven eender welke ondergrond, zonder daaraan verder aandacht te besteden, tenzij het ➛eierrovers betreft. De eieren liggen na de paring dan onbeschermd op de bodem, drijven aan het oppervlak of plakken aan stenen of planten. Als er verder geen ➛broedzorg plaatsvindt, is het aantal eieren over het algemeen hoog. Dit grote aantal kan ook als broedzorg worden opgevat: het vergroot de kansen op overleving, maar niet die van ieder individueel jong.
Een vuilhevel is een ➛hulpmiddel waarmee, buiten het wekelijkse ➛onderhoud om, bijvoorbeeld een hoopje bodemvuil snel kan worden verwijderd. Het bestaat uit een dunne, lange buis met een verbreed deel nabij het weer nauwe uiteinde, waarin een kort buisje omhoog steekt.
Bij de klassieke glazen of plastic vuilhevel werd de werking met de duim gecontroleerd, vergelijkbaar met de ➛hevel. De vuilhevel wordt boven water met de duim gesloten en met het brede uiteinde in het water gestoken en boven het vuil gehouden. Door de duim stijgt er geen water in de hevel. Door los te laten schiet het water met vuil en al omhoog door het korte buisje in de verbreding daar omheen. Door met de duim weer af te sluiten kan worden voorkomen dat de verbreding tot boven het uiteinde van het binnenbuisje vult. Hierna kan de vuilhevel worden geleegd. Dit type vuilhevel is maar weinig meer te vinden.
Modernere vuilhevels zijn feitelijk een hevel met een balg om het hevelen op gang te brengen, soms nog voorzien van een ➛hevelklok.
➛Neocaridina davidi
➛Thorichthys meeki