Bij het vangen van ➛levend voer komen onvermijdelijk ongewenste dieren mee. Alhoewel op zichzelf interessant genoeg, kunnen deze dieren een risico vormen voor de al aanwezige inhoud. Het herkennen is daarom van belang om de drempel voor het vangen van het soms essentiële levende voer te verlagen.
Een overzicht:
➛Physostegia purpurea
Voor het vangen van vissen uit het aquarium en ➛levend voer zijn verschillende schepnetten nodig.
Voor het eerste doel kan het beter niet zo groot zijn dat ook de halve inrichting er in beland, neem daarom een breedte van maximaal de halve afstand tussen voor- en achterruit. Uiteraard moet de te vangen vis er riant in kunnen passen. De steel is bij voorkeur even langer dan het aquarium hoog is, anders mag de hand meeroeren tijdens een vangsessie. Een vierkant net sluit eventuele vluchtroutes voor dieren af. Neem de maaswijdte niet te fijn, snel kunnen bewegen levert sneller resultaat, zie verderop.
Voor het vangen van levend voer liggen de eisen anders. In de handel verkrijgbare netten zijn verschillend van vorm, maar niet altijd toereikend. Zo kunnen netten met een puntvorm beter worden vermeden: de druk op de onderste dieren kan bij het door het water trekken zo groot worden dat deze beschadigen. Zoek daarom naar netten met een grote, vlakke bodem. Netten die bedoeld zijn om blad uit een zwembad te scheppen zijn daartoe geschikt, maar soms wat groot, meer dan 20 x 20 cm kan het beter niet zijn. Ze zijn er in meerdere maaswijdtes.
Maaswijdte wordt meestal aangegeven in mm tussen twee draden. Een andere aanduiding is mesh, het aantal draden per inch. Met een fijne maaswijdte van 0,5 mm (50 mesh) wordt meer opgehaald, maar is zwaar om door het water te trekken en loopt snel vol. Snellere prooidieren kunnen er makkelijker voor wegvluchten, vanwege het voor het net weggedrukte water. Een wat grover net met een maaswijdte van 1,5 mm (17 mesh) is geschikter voor ➛kever- en ➛muggenlarven. Voor kleinere prooien als ➛Cyclops is zo'n fijn net echter wel van belang. Voor naupliën daarvan en ➛raderdiertjes is een nog kleinere maaswijdte van maximaal 0,1 mm (250 mesh) noodzakelijk. Het kan daarom handig zijn over twee of meer netten met verschillende maaswijdten te beschikken.
De diepte van het net bepaalt hoe makkelijk deze in de emmer kan worden geleegd. Een erg diep net maakt het daarentegen weer moeilijk om de zojuist opgehaalde inhoud een snelle inspectie te geven. Een diepte van rond de 15 cm is prima.
Vanwege eerder genoemde druk heeft een fijner net een steviger steel nodig. De in de handel zijnde netten zijn over het algemeen prima op hun taak berekend, maar bij zelfbouw is het iets om rekening mee te houden. De lengte van de steel kan beter niet te kort zijn, aangezien de vangplek een hoge oever kan hebben. Een telescopische steel is dan erg praktisch.
Als het net wordt gebruikt om mee langs een muur te schrapen, bijvoorbeeld voor ➛haftnimfen of ➛zoetwaterpissebedden, kan het beste voor een vierkant net worden gekozen. Een in de lengte doorgesneden stuk lucht- of waterslang kan om de beugel worden bevestigd om overmatige slijtage van het net door het schrapen tegen te gaan. Dat kan met ijzerdraad of met naald en draad, mogelijk met (smelt)lijm.