= afgeleid van Pimelodus.
Antennemeervallen
Familie van meervallen met zeer lange ➛baarddraden binnen de orde van de ➛Siluriformes. Het verspreidingsgebied beslaat Midden- en Zuid-Amerika. Meerdere geslachten uit de onderfamilie van de Rhamdiinae zijn verplaatst naar de familie ➛Heptapteridae.
Doorgaans grote vissen waarvan enkele tot ongeveer drie meter lang worden. Hun huid is onbedekt, ook niet met schubben. De ➛vetvin is over het algemeen vrij groot. Drie paar baarddraden sieren hun bek, waarvan één paar vaak even lang is als het lichaam. Veel antennemeervallen vertonen in hun jeugd afwijkende kleuren en lichaamsvorm.
In de handel worden geregeld antennemeervallen als jong dier aangeboden, die uiteindelijk voor het huiskameraquarium te groot worden. Alleen in een zeer groot aquarium van minimaal drie meter lengte komen deze dan nog tot hun recht. Verhandelen van deze dieren is dan ook met reden een ethisch vraagstuk.
Over het algemeen zijn het taaie vissen die vrij eenvoudig zijn te verzorgen. Houdt er wel rekening mee dat grotere soorten zich kunnen vergrijpen aan een al te kleine medebewoner.
Binnen de ruim 30 geslachten zijn wat minder grote en goed houdbare soorten zijn te vinden in de Aguarunichthys, Brachyplatystoma, Calophysus, Exallodontus, Hemisorubim, ➛Leiarius, Megalonema, Perrunichthys, Phractocephalus, Pimelodina, Pimelodus, Pinirampus, Platynematichthys, Platysilurus, Platystomatichthys, Pseudoplatystoma, ➛Sorubim, Sorubimichthys en Zungaro.
= afgeleid van Piper.
Orde van bloeiende planten uit de klasse van de ➛Spermatopsida. De enige aquariumplant binnen de orde is het Leidse plantje, dat onder de familie van de ➛Saururaceae valt.