Hoge tolerantie tegen schommelingen in ➛zoutgehalte. Zowel onder dieren als planten en andere organismen komt dit voor. Voorbeelden zijn de vele grondels uit de familie van de ➛Oxudercidae, en vele ➛garnalen. Extreme gevallen zijn te vinden onder de ➛killivissen uit het geslacht ➛Aphanius. Dieren die alleen strikte zoutconcentraties verdragen worden stenohalien genoemd. Euryhaliene planten worden halofyten genoemd.
= afgeleid van Euryrhynchus.
Kleine familie van garnalen uit de infraorde van de ➛Caridea, met enkele voor het aquarium geschikte soorten in het geslacht ➛Euryrhynchus.
= met een brede snuit.
Klein geslacht van garnalen met 5 soorten uit de familie van de ➛Euryrhynchidae.
Kleine garnalen uit tropisch Zuid-Amerika met grote en stevige, dun behaarde scharen, met name bij mannelijke dieren. Deze zijn bij de laatste bijna even lang als het lichaam. Samen met de dunne looppoten doen deze de dieren op kleine kreeften lijken. Het ➛rostrum is niet meer dan een punt, ook de ➛scaphocerieten zijn erg klein of ontbreken.
Vreedzame dieren, al kunnen mannen onderling onverdraagzaam zijn. Plaats bij voorkeur meerdere vrouwen bij een beperkt aantal mannen. Wat lastiger te houden dieren die zorgvuldig onderhouden waterwaarden verlangen, zoals een vrij lage ➛pH en niet te hard water. Zolang hier aan wordt voldaan is houden en ook kweken goed mogelijk.
Tiefenbacher 1978
Peruaanse zebragarnaal
Inheems in het noordelijke deel van Zuid-Amerika, met noord-Brazilië en Peru als ondergrens.
Grondkleur transparant roodbruin tot grijs- of blauwwit. Tekening variabel, vaak met zwarte of bruine dwarsstrepen over het abdomen. Daartussen en op de carapax veel kleine stippen. Scharen soms afwijkend transparant roodbruin. Mannen zijn kleiner, hun scharen echter beduidend groter dan bij vrouwen.
Lengte ♀ tot 35 mm, ♂ tot 25 mm.
Warmteminnende soort die lichtzuur water verlangt. Wordt daaraan voldaan, dan is het een goed houdbare soort die zich ook goed laat kweken.
Dat laatste is niet moeilijk als aan genoemde voorwaarden wordt voldaan. Vrouwen dragen tot 10 zeer grote eieren met zich, die na drie tot vier weken uitkomen.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 22 tot 30° C
pH: 5-6 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Kopen: ok.
Miers 1877
Inheems in Guyana, Suriname en Frans Guyana.
Grondkleur transparant oranjebruin, met een donkerder dwarsstreeptekening op carapax en abdomen.
Lengte tot 20 mm.
Een moeilijk te houden soort door de nogal strikte eisen aan de waterwaarden. Weinig over bekend.
Vrouwen dragen tot 12 eieren.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 24 tot 30° C
pH: 6-7 dH: 0-8 fH: 0-14 ppm: 0-130
Kopen: ok.