= verborgen, onzichtbaar.
Klein geslacht van tandkarpers met 2 soorten uit de familie van de ➛Aphaniidae.
Recentelijk bevatte dit bijna 40 soorten, maar nadat de meeste soorten, op basis van ➛DNA-onderzoek, zijn ondergebracht bij de overige geslachten in de familie, zijn er nog twee over. Soorten zijn onderling soms moeilijk van elkaar te onderscheiden door hun variabele voorkomen, wat in het verleden heeft geresulteerd in tientallen synoniemen voor de meeste er van.
Vorm als beschreven bij de familie. Beide soorten komen voor rond de oostelijke Middellandse Zee, in allerlei ondiep, dicht met planten of algen begroeid water langs de kustlijn, met wisselende zoutgehalten door het getij.
Vissen voor meer ervaren liefhebbers, vanwege de specifieke vereisten die de dieren vragen. Buiten de paartijd relatief vreedzaam, mannen kunnen onderling in die periode flinke agressie vertonen, niet geschikt voor een ➛gezelschapsaquarium. Zorg voor voldoende schuilplaatsen, opdat niet kweekrijpe vrouwen niet aan uitputting overlijden door het voortdurend nagejaagd worden. Deze eventueel apart houden. Opgegeven aquariumgroottes gelden voor een man met enkele vrouwen; beter is een grotere groep met enkele paren of trio's in een bak van 100 of meer liter. Enkele uren zon per dag doet de dieren goed, wat blijkt uit intensere kleuren en een betere conditie, 's zomers kunnen ze buiten worden gehouden. Een ➛zoutgehalte van 1 tot 3 g/l is zeer aan te bevelen. De tolerantie wat betreft temperatuur is groot, de dieren kunnen bij kamertemperatuur worden gehouden. Een winterperiode met een lagere temperatuur vergroot zowel de vruchtbaarheid als de levensduur. Ook de zouttolerantie is groot, merkwaardig genoeg zijn sommige soorten daarentegen weer erg gevoelig voor te zacht water.
Een voedselaanbod van hoofdzakelijk dierlijk met enig ➛plantaardig voedsel in zowel levende als diepgevroren vorm is prima.
In de handel zijn deze dieren alleen bij zeer hoge uitzondering aan te treffen.
Kottelat, Barbieri & Stoumboudi 2007
Afkomstig uit Griekenland, voornamelijk de Peloponnesus, de naam verwijst bovendien naar een plaats veel noordelijker. Ook in zuidoostelijk Italië zijn vondsten vermeld.
Vorm als bij de geslachtsbeschrijving. Over de donker geelbruine basiskleur ligt een lichtblauwe gloed, met daarop 10 tot 20 helder blauwwitte, smalle dwarsbanden die rug en buik net niet halen. Vinnen zijn geel, vooral de staartvin, met een onduidelijke dwarsband door het midden. De rugvin heeft een brede, diepzwarte zoom. Rug- en aarsvin zijn groot. Vrouwen zijn geelbruin gekleurd, met 7 tot 11 ronde, donkere vlekken en een onduidelijke lengtestreep over het midden.
Lengte ♀ tot 28 mm, ♂ tot 35 mm.
Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld. Geen kweekgegevens.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 10 tot 30° C
pH: 7-9 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500
Een ernstig bedreigde soort. Mogelijk te verkrijgen via het circuit van killiverenigingen.
Kopen: nee.
Valenciennes 1821
Groot verspreidingsgebied dat strekt langs de vrijwel gehele Middellandse Zeekust en de eilanden daarin. Ontbreekt in Spanje en Marokko.
Borstvinnen met 14 tot 15 stralen. Kleur variabel naar gelang de herkomst. Over de bruingrijze basiskleur 8 tot 15 donkerblauwe tot blauwwitte dunne dwarsbanden, soms op onregelmatige afstand van elkaar. Rug- en aarsvin lichtgeel transparant met blauwwitte vlekjes aan de achterkant, staartvin heldergeel. Vrouwen geelbruin met 11 tot 17 donkerbruine dwarsbanden, een onduidelijke lengtestreep over het midden, vinnen kleurloos.
Lengte ♀ tot 6 cm, ♂ tot 5 cm.
Verzorging en gedrag als bij het geslacht vermeld.
De kweek is niet moeilijk. Een kweekkoppel zet gedurende de maanden april tot en met september regelmatig af, gedurende welke tijd de man er een ➛territorium op na houdt. De kleine eieren worden per stuk of met enkele tegelijk aan planten of algen vastgezet. De dieren zijn ➛eierrovers, reden om dagelijks te controleren op legsels. Gebruik eventueel een ➛kweekmop voor het eenvoudig verwijderen van de eieren.
Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.
Temperatuur: 10 tot 24° C
pH: 7-9 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500
Kopen: ok.