Betrekkelijk nieuwe methode om biologische verwantschap vast te stellen aan de hand van ➛DNA-profielen.
Tot het gebruik ervan werd de indeling van de natuur gebaseerd op zichtbare lichaamskenmerken (morfologie), al dan niet met hulpmiddelen als een microscoop. Sinds de intrede van DNA-onderzoek kan heel nauwkeurig worden bepaald welke evolutionaire afstammingslijnen tot een bepaalde plant- of diersoort heeft geleid.
Veel van de bestaande indeling werd bevestigd, maar ook bleken veel soms verrassende nieuwe verwantschappen, die ogenschijnlijk geen zichtbare overeenkomsten (of verschillen) vertonen. Sinds deze techniek woedt er een taxonomische storm door de biologie en buitelen de soort- en geslachtsnamen door elkaar, wat door gebruikers van de soms stevig ingeburgerde namen niet bijzonder wordt gewaardeerd. Moeilijk te onderscheiden groepen, zoals barbelen en tandkarpers, worden plotseling in rap tempo in meerdere geslachten opgedeeld.
Aanleiding voor de opdelingen vormt een nieuw criterium: verwantschappen zijn bij voorkeur monofyletisch (ook wel holofyletisch genoemd), en niet poly- of parafyletisch. Een monofyletische groep bestaat uit een stamvoorouder met een enkele groep afstammelingen. Is sprake van meerdere groepen waarvan de stamvoorouder geen deel uitmaakt, ook al lijkt er verwantschap, dan wordt dit polyfyletisch genoemd. Is een groep met stamvoorouder onvolledig, dan heet deze parafyletisch.
Het laatste wat een liefhebber hoopt te doen is het doden van een dier. Desondanks valt er bijna niet aan te ontkomen: dieren kunnen ongeneselijk ➛ziek worden, bijvoorbeeld door verminderde ➛weerstand, een gebruikelijk verschijnsel van ouderdom. Of jongen worden met serieuze afwijkingen geboren.
Op internet circuleren veel verschillende methoden om een dier humaan, dat wil zeggen snel, te doden.