= afgeleid van Chilodus.
Zilverkopstaanders
Familie van kopstaanders uit de orde van de karperzalmachtigen of ➛Characiformes uit Zuid-Amerika.
Duidelijk afwijkend van de kopstaanders uit de familie van de ➛Anostomidae: hoger van bouw en zijdelings afgeplat en een opvallend andere tekening. De kleine kop heeft grote en een kleine eindstandige bek, in tegenstelling tot de duidelijk bovenstandige bek bij de Anostomidae. Ook het gedrag wijkt af, de dieren zijn vreedzamer, zowel onderling als naar andere dieren. En, hoewel ➛plantaardig voedsel ook van belang is, ligt de voorkeur bij muggenlarven en ander klein ➛dierlijk voedsel.
Twee geslachten vallen hieronder: ➛Caenotropus en ➛Chilodus.
= met getande lippen.
Klein geslacht van karperzalmen met 4 soorten uit de familie van de ➛Chilodontidae.
Zilver gekleurde vissen met een langgerekt, wat hoekig, ruitvormig, zijdelings afgevlakt lichaam met transparante, afgeronde vinnen. Alle kruispunten in de schublijnen vertonen een zwarte punt, een patroon dat in de rugvin doorloopt. De ogen staan kort achter de wat bovenstandige bek. Mannen hebben een grotere rugvin, vrouwen zijn wat voller van bouw.
Typische kopstaanders die de daarbij horende karakteristieke houding aannemen. De dieren beschikken over een accessoire ademhaling bij de achterste kieuwboog. De verschillende soorten zijn lastig van elkaar te onderscheiden, wat eens te meer blijkt uit de aanname dat de soort, die tot dusver meest wordt gehouden, Chilodus punctatus is. Recent onderzoek toont echter aan dat het steeds om C. gracilis ging, welke ook algemener voorkomt in het gebied.
Beide soorten leven verspreid over een groot deel van het ➛Amazonegebied en onder meer de rio Orinoco in Suriname, Guyana, Brazilië (met Pará als zuidelijkste staat), Peru en Ecuador, in water met beperkte stroming.
Beide weinig eisende vissen die ook de planten in de regel met rust laten. Zeer geschikt voor gezelschapsaquaria, waarbij enige schuilgelegenheid in de vorm van hout of planten aanwezig is, de vissen zijn wat schuw. Vermijd ook al te drukke of aanwezige medebewoners om die reden. Houdt de waterkwaliteit hoog vanwege de gevoeligheid voor oplopende concentraties afvalstoffen, door middel van een regelmatige ➛waterwissel. Plaats deze vissen bij voorkeur ook niet als eerste in een recent ingericht aquarium.
Allerlei klein voedsel van ➛dierlijke aard is als hoofdgerecht goed, geef daarnaast ook enig ➛plantaardige toevoeging.
Isbrücker & Nijssen 1988
C. gracilis heeft over de lengte een permanente lengtestreep, in tegenstelling tot C. punctatus.
Lengte tot 8 cm.
De kweek is gelukt. Vers, zurig en zacht water en goede kwaliteit voedsel kunnen een stel in kweekconditie brengen. Steeds worden enkele eieren nabij het oppervlak tussen planten afgezet. Het betreft hier ➛eierrovers, haal de ouders weg voor een hogere opbrengst. Jongen kunnen al direkt met ➛Artemia formaat worden gevoerd, geef ook geregeld plantaardig voer als ➛zweefalgen.
Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.
Temperatuur: 20 tot 28° C
pH: 5-8 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
Kopen: ok.