Utaka

De lokale Afrikaanse benaming voor wat grotere ➛cichliden in het Oost-Afrikaanse ➛Malawimeer die leven nabij de open zandbodem tot aan de rotsige oever. Deze dieren leven dan ook in dieper water dan de ➛Mbuna. Veel roofvissen zijn er tussen te vinden.

Utriculária

= met blaasjes.

Blaasjeskruid

Zeer omvangrijk geslacht van waterplanten met ten minste 200 soorten uit de familie van de ➛Lentibulariaceae.

Aan de bladeren bevinden zich kleine blaasje met daarin een onderdruk. Zodra tasters bij de ingang worden aangeraakt opent een klep en zuigt het blaasje vol, liefst met prooi. Deze wordt in het blaasje vervolgens verteerd. Behalve ➛watervlooien en ➛cyclops worden ook ➛algen, ➛schimmels en andere, in het water zwevende organismen gevangen, mogelijk bewust in verband met voedingsstoffen.

graminifólia

Vahl 1804

Afkomstig uit India, Zuid-Oost Azië en China, zowel boven als onder water in moerasgebied.

Anders dan de Nederlandse soorten is dit een typische voorgrondplant die in een lage, zodevormende structuur groeit. De bladeren zijn grover en grasachtig, en hardgroen in plaats van helder transparant.

Hoogte tot 40 mm, breedte tot 20 mm.

Wat lastiger planten die veel licht, plantenvoeding en CO₂ verlangen, liefst in wat zachter en licht zuur water. Bij goede omstandigheden kan de plant echter zeer snel groeien, als onkruid. Ook deze soort voedt zich met kleine organismen, maar kunnen door de minuscule vangblaasjes veilig in kweekbakken worden gebruikt. Op de lange termijn lastiger.

Ter vermeerdering kunnen de plantenzoden worden gedeeld door kleine stukken af te scheuren, knippen of snijden.

Geschikt voor aquaria vanaf 10 liter.

Temperatuur: 18 tot 25° C

pH: 6-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

vulgáris

Linneaus 1753

Groot blaasjeskruid

Inheems in Europa, Noord-Afrika en gematigde delen van Azië. In Nederland is de plant nog redelijk algemeen, maar neemt wel in aantal af. In België is de plant zeldzaam.

Lichtgroene plant met groene of rozig-witte stengel. Verspreid staand geveerd blad met dunne bladslippen, die zelf ook weer verspreid staan. Elke veer begint met een blaasje, gevolgd door bladslippen. De plant maakt een frèle indruk.

Hoogte tot 2 m, breedte tot 8 cm.

In tegenstelling tot de meeste vleesetende planten leeft deze soort vooral in voedselrijk water. Vooral geschikt voor koud water, in warm heeft de plant duidelijk meer moeilijkheden. Kraakhelder water nodig, zorg voor goede filtering. De plant houdt van licht, maar bealgd makkelijk. Niet geschikt voor kweekbakken. Loopt 's winters terug.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 10 tot 22° C

pH: 5-7   dH: 0-18   fH: 0-32   ppm: 0-300