KrillKrobia guianensis

Krill

Euphausiacea

Króbia

= naar de Surinaamse benaming.

Klein geslacht van cichliden met 4 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.

Zuid-Amerikaanse cichliden uit het ➛Amazonegebied met een hoog ovaal lichaam, zijdelings samengedrukt. Kop en ogen zijn relatief groot, de bek is klein. De voorhoofdslijn is steil, wat de vissen een wat rechthoekige indruk geeft. De staartwortel is vrij lang. De rugvin is lang en niet hoog, en, als bij cichliden gewoon, verdeeld in een hardstralig voorste en een weekstralig achterste deel. De aarsvin is vergelijkbaar verdeeld, maar korter. Bij mannen zijn de punten aan beide langer. De staartvin is afgerond waaiervormig. De buikvinnen staan vrijwel onder de borstvinnen.

Typisch aan alle dieren is de tekening van 7 dwarsbanden en een lengteband vanaf het oog tot de achterkant van de rugvin. De eerste minder krachtig dan de laatste. Beide geven de stemming van de eigenaar weer. De dwarsbanden kunnen vrijwel geheel verdwijnen, al verschilt dit per soort. Ook kenmerkend zijn de smalle dwarsbanden tussen de ogen.

Betrekkelijk vreedzame vissen die ook in een zorgvuldig opgezet ➛gezelschapsaquarium enkel met te kleine medebewoners problemen geven. Zorg voorts voor voldoende schuilgelegenheid met stukken hout, stenen en een dichte beplanting, waarbij nog voldoende zwemruimte overblijft. Alhoewel de dieren voor zachter en zurig water de voorkeur geven zijn ze niet heel kieskeurig daarin. Zorg wel voor een geregelde ➛waterwissel om de kwaliteit van het water op peil te houden.

Ook met voer zijn deze omnivoren gemakkelijk, zorg voor een mix van ➛dierlijk en een deel ➛plantaardig voer. Zorg voor voldoende afwisseling.

Kweken is niet erg moeilijk, het zijn alle ➛substraatbroeders die meerdere honderden eieren afzetten. Aldus productieve dieren die bij voorkeur op een platte steen afzetten. Deze wordt door beide ouders schoongepoetst en verdedigd, ook na uitkomen en vrijzwemmen. Voeren kan met Artemia of ➛jongbroedvoer van vergelijkbare grootte.

Meerdere soorten vielen voorheen onder de geslachten ➛Acara en ➛Aequidens.

guianénsis

Regan 1905

Afkomstig uit de Demerara rivier in oostelijk Guyana en de Corantijn in westelijk Suriname, maar ook de Araguari in de staat Amapá in noordelijk Brazilië.

Krobia guianensis
Krobia guianensis. © ➛F. Ingemann Hansen

Uiterlijk vergelijkbaar als K. itanyi, maar met minder duidelijke dwarsbanden tussen de ogen. Eén daarvan loopt over de bovenlip. Vanaf het oog is soms een streep recht naar beneden zichtbaar. Rug bruin, onder de zware lengtestreep iriserend blauwachtig. Ongepaarde vinnen en buikvinnen met blauwige baden tussen de vinstralen. Een variant met helderrode ogen komt voor.

Lengte ♀ tot 11 cm, ♂ tot 13 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als vermeld bij het geslacht. Wat agressiever dan de andere soorten. Tot 500 eieren worden op een vlakke steen afgezet.

Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 8-12   fH: 14-21   ppm: 130-200

Voorheen bekend als Aequidens guianensis.

Kopen: ok.