Overheersende ➛erfelijke eigenschap.
In de dubbele set ➛chromosomen in iedere lichaamscel bevinden zich ➛genenparen, waarvan elk dominant of ➛recessief kan zijn. De dominante versie overheerst de recessieve, welke laatste in de verschijningsvorm van een organisme (het fenotype) niet zichtbaar is.
Veel die pas uit het ei komen ➛jongbroed is voor de eerste uren tot dagen van voedsel voorzien middels een aan de buik verbonden zak. Het ziet eruit alsof de buik flink is opgezwollen, en kan zelfs flink groter zijn dan het er aan verbonden jong. De jongen gaan vrij rondzwemmen zodra de dooierzak is verbruikt.
De dooier is beschikbaar vanaf het moment van ➛bevruchten, dat is waar ➛eieren op het moment van leggen voornamelijk uit bestaan. De dooier is een onderdeel van het jonge vissenlichaam. Naar mate de vis groeit, slinkt de dooier. Na het uit het ei komen is er bij veel beenvissen nog een restje, de dooierzak, van over. Dit verschijnsel doet zich niet voor bij levendbarende tandkarpers, zoals de ➛gup.