CamallanusCambarellus montezumae

Camallanus

Geslacht van ➛parasitaire rondwormen uit de stam van de ➛Nematoda, waarvan enkele soorten kleine kreeftachtigen als roeipootkreeftjes (➛Copepoda) gebruiken als tussengastheer, waar andere slechts één gastheer nodig hebben. Eindgastheer is in de regel een vis, in wiens ingewanden de wormen nestelen en leven van bloed. De wormen produceren geen eieren, zoals Capillaria, maar zijn eierlevendbarend, De jonge wormen verlaten de gastheer via de anus.

Aanwezigheid in het aquarium is niet ongewoon, en gezonde vissen zullen er zelden hinder van ondervinden. De wormen worden echter, samen met andere organismen, in verband gebracht met de ➛ziektebloat. Hoewel niet de veroorzakers, verergeren ze de effecten van bloat wel met hun explosieve groei.

Gebruikelijke symptomen zijn:

De ziekte is erg besmettelijk bij soorten die zonder tussengastheer verspreiden. Deze varianten worden vrijwel altijd via nieuwe dieren geïntroduceerd. De andere soorten verspreiden via levend voedsel, meestal ➛Cyclops-soorten. Omwille van de besmettelijkheid is het van groot belang gebruikte netten en andere hulpmiddelen te ontsmetten na gebruik, om besmetting in andere aquaria of herbesmetting te voorkomen.

Bestrijden kan met een breed werkend middel tegen wormen op basis van onder meer Levamisol en Fenbendasol. Omdat het hier inwendige levende wormen gaat, is het voeren met in geneesmiddel gedrenkt voedsel een effectieve methode. Let daarbij wel op met overdoseren. Belangrijk is gedurende de behandeling zorgvuldig de aquariumbodem af te hevelen, aangezien de jonge wormen daar op een gastheer wachten. Gebruik van een ➛quarantainebak zonder bodembedekking is een aanrader. Hevel ook de bodem van het hoofdaquarium af. Stop ook gebruik van ➛actief kool filter en ➛uv C-lamp.

Cambaréllus

= kleine Cambarus.

Geslacht van kreeften met ten minste 15 soorten uit de familie van de ➛Cambaridae.

Dwergkreeften die voorkomen in Mexico en de Amerikaanse golfstaten. Meerdere soorten zijn bedreigd en enkele reeds uitgestorven, wat vooral is toe te schrijven aan biotoopvernietiging. Veel soorten hebben een zeer beperkt verspreidingsgebied, bestaand uit één of enkele meren, een probleem dat ook voorkomt bij ➛Cyprinodon soorten waarmee enkele kreeften hun leefgebied delen.

Zeer kleine, betrekkelijk vreedzame kreeften. Duidelijk forser en breder dan garnalen, met grotere en krachtiger scharen, ondanks hun geringe grootte. De kleur kan variëren, zeker na een vervelling. Voorheen geelbruine dieren kunnen plots grijsblauw zijn gekleurd. Deze kreeften beter niet met garnalen combineren, dit kan leiden tot verlies van ledematen daarvan, of de hele garnaal. Vissen worden met rust gelaten, deze zijn te snel. Planten worden ook met rust gelaten, al zijn er soorten die soms de bodem doorspitten naar voedsel. Verder is een goede afdekking noodzakelijk, aangezien de kreeften het water soms uitklimmen. De kleinste gaatjes worden daarbij gevonden! Deze kreeften zijn sociale dieren en kunnen het best met minimaal vijf exemplaren worden gehouden. Zorg voor meer dan voldoende schuilgelegenheid, de kreeften laten zich dan meer zien. Na een vervelling is de kreeft kwetsbaar en houdt zich liefst verscholen. Gedempt licht heeft daar ook een gunstig effect op. Enige ➛stroming is gunstig, een geregelde ➛waterwissel noodzakelijk om de waterkwaliteit op peil te houden. Alleseters die met diepvries- en droogvoer kunnen worden gevoerd. Ook plantaardig voer is geschikt.

Kweken is over het algemeen niet moeilijk. Vrouwen zijn herkenbaar aan de bredere bouw. De paring zelf is een vreemd schouwspel, de vrouw wordt na wat een gevecht lijkt op haar rug gelegd, waarna de paring plaatsvindt. Meestal gebeurt dit buiten het zicht. Een vrouw in goede conditie kan daarom zomaar met eieren rondlopen. Zodra de jonge kreeften vrij rondzwemmen is het van belang de ouders apart te zetten: jongen worden als voedsel beschouwd. De jongen redden zich goed met het gebruikelijke voer en groeien snel: maandelijks vindt een vervelling plaats. Na drie maanden zijn de dieren volwassen en neemt het vervellen af.

montezúmae

Saussure 1857

Mexicaanse dwergkreeft

Uitsluitend in Mexico te vinden in een vrij groot verspreidingsgebied.

Uiterlijk als beschreven bij het geslacht. Op een beigegele grondkleur ligt een bruine laag stippels en vlekken. Midden over de rug van de carapax en het abdomen loopt een dichtere bruine band.

Lengte tot 5 cm.

Verzorging, gedrag en kweek als aangegeven bij het geslacht. Woelt soms de bodem om.

Geschikt voor aquaria vanaf 30 liter.

Temperatuur: 18 tot 28° C

pH: 7-9   dH: 8-18   fH: 14-32   ppm: 130-300

Kopen: ok.