Klein geslacht van platvissen met 9 soorten uit de familie van de ➛Achiridae.
Afkomstig uit tropische en subtropische delen van beide Amerika's. De meeste soorten leven in kustgebied in zee- en brak water, enkele tijdelijk in zoet. De laatste leiden een amfidroom bestaan en keren als volwassen dier terug naar zee.
Zie de beschrijving bij de familie.
achírus
Linneaus 1758
Dwergzoetwaterschol
Zuid-Amerikaanse vissen, inheems in Suriname, Peru, Brazilië en Uruguay.
Uiterlijk en verzorging als vermeld bij de familie.
Lengte tot 10 cm.
Deze soort is nog niet in het aquarium nagekweekt.
Aquariumdecoratie om achteruit en vaak ook zijruiten mee te bekleden. Alhoewel in ➛aquascapes hiervan zeer beperkt of helemaal geen gebruik wordt gemaakt, is het in het Nederlands plantenaquarium de norm.
Een achterwand is het grootste decoratiestuk in het aquarium en vervult een aantal functies:
Het geeft een natuurlijker aanzicht, passend bij de overige inrichting. Dit kan het zeer bepalend maken voor het geheel, zelfs als het zicht erop maar gering is.
Het neemt alle storende zaken in het zicht achter het aquarium weg.
Het biedt voor dieren beschutting en vermindert daarmee ➛stress en schrikreacties.
Mede daardoor kleuren de dieren beter, en contrasteren daarmee ook nog beter met de donkere wanden.
Achterwanden zijn er zowel voor in als buiten het aquarium. Het gemakkelijkst aan te brengen is de uitwendige wand, en ook verwijderen is meestal eenvoudig. Met een dergelijke wand is er in het aquarium ook geen ruimteverlies. Ook bestaat bij dit type wand geen gevaar voor ➛vergiftiging. Uitwendige zijwanden hebben echter geen zin, aangezien bij het kijken door de voorruit zijruiten als een spiegel fungeren. Deze wanden zijn om die reden meer van toepassing op kleine, eenvoudiger aquaria.
De eenvoudigste uitwendige wand is de posterwand. Deze zijn in de handel verkrijgbaar en hebben aan beide kanten een afbeelding, meestal van een ingericht aquarium.
Een ander eenvoudig type uitwendige wand is het aan de buitenkant beschilderen van de achterruit, waarbij met steeds lichtere kleuren van onder naar boven vlakken worden ingevuld, beginnend bij zwart of bruinzwart aan de onderkant en bovenaan eindigend met lichtgrijs of -groen, tegen het witte aan. Dit is de enige uitwendige variant waarbij ook de zijwanden kunnen worden meegenomen. Laat de verschillende kleuren in elkaar overlopen bij de overgangen. Neem bij voorkeur aardtinten. Heel precies schilderwerk is niet nodig, de inrichting neemt het grootste deel van het zicht er op weg. Geheel zwart schilderen is niet aan te raden vanwege de onnatuurlijke indruk die een spiegelende zwarte ruit biedt, de spiegeling stoort minder bij een licht gekleurde.
Een vrijwel vergeten, maar verrassend effectieve oplossing is de ➛dioramawand.
Voor grotere aquaria, zeker met een ombouw, is een inwendige achterwand de betere oplossing en heeft als voordeel dat het een onderdeel van de inrichting wordt en met planten als javavaren en -mos of Anubias kan worden laten begroeid. Dit vraagt echter wel meer werk en kan alleen tijdens het ➛inrichten worden aangebracht. De mogelijkheden zijn echter legio. Enkele veel toegepaste mogelijkheden:
Wat meer werk vragen de in de handel verkochte, zeer natuurgetrouwe producten. Deze moeten zelf op maat worden gesneden of gezaagd, of in delen aan elkaar worden geplakt, afhankelijk van de aquariumvorm.
Het zelf vervaardigen van een natuurgetrouwe achterwand is een flinke klus. Let er bij zelfbouw altijd op dat het eindproduct geen gifstoffen aan het water afgeeft, een vergiftiging is al snel een feit en moeilijk te achterhalen. Materialen als piep- en ander schuim liggen voor de hand, maar zijn vaak dusdanig zacht dat het door grotere dieren kan worden aangevreten. Een verflaag daarop biedt veelal onvoldoende bescherming, waardoor de fel gekleurde onderlaag bij schade zichtbaar wordt. Het voorkleuren van twee componenten purschuim kan een oplossing zijn. Een cement-, tandartsgips- of epoxylaag is sterker en kan ook worden voorgekleurd. Veel schuimsoorten nemen na enige tijd water op, waardoor ze bij verwijderen uiteindelijk zwaar blijken te zijn en door dit gewicht breken.