Ziekten bij kreeften en garnalenZijlijn

Ziekten bij kreeften en garnalen

Met de toegenomen populariteit van het houden van garnalen is ook het aantal verkochte dieren verveelvoudigd. Hoewel nog steeds niet zo frequent als bij vissen, komen ziekten onder kreeften en vooral garnalen daardoor steeds meer voor.

  1. Infectieziekten:
    1. Melkwit verkleurd lichaam of delen daarvan: zie 2
    2. Zichtbaar beslag van witte staafjes rond kop of tussen poten: 3
    3. Schimmelachtige aanslag, vaak onder het abdomen: 4
    4. Kleine bruine vlekjes op het lichaam: ➛roestziekte
  2. (van 1a) Melkwitte verkleuring:
    1. (van 1a) Geheel wit gekleurd dier: ➛Myxosporea
    2. Wit spierweefsel, vooral abdomen: ➛Thelohania
  3. (1b) Beslag van witte staafjes:
    1. Staafjes tot 2 mm lang, rond de kop: ➛Scutariella
    2. Staafjes langer, onder carapax en abdomen: ➛Holtodrilus
  4. (1c) Schimmelachtige aanslag:
    1. Vuilwitte, wattige aangroei: ➛Saprolegnia
    2. Abdomen vol groengele plukken: ➛Cladogonium

Ziekten bij planten

Plantenziekten zijn altijd het gevolg van een tekort en worden ook wel gebreksziekten genoemd. Gebruik het volgende schema voor het bepalen welke:

    1. Bladeren kleuren bleekgroen tot geel: ➛chlorose
    2. Bladeren vertonen bruine vlekken: zie 2
    3. Dode wortelpunten: 3
    4. Witte neerslag op bladeren: ➛biogene ontkalking
  1. (van 1a) Bruine vlekken:
    1. Op een geel blad: ➛fosfaat, zie 1a, chlorose
    2. Blad geelwit tussen de nerven: ➛zink
  2. (1d) Dode wortelpunten:
    1. Afstervende bladpunten: ➛koper
    2. Verwrongen bladeren in de groeitop: ➛borium

Ziekten bij vissen

Er bestaan vrij veel verschillende visziekten. Onderstaand schema wijst uit of de symptomen wijzen op:

Zijlijn

Vrijwel alle ➛vissen beschikken over een zijlijn. Deze is meestal goed zichtbaar als een streep over het midden van de zijkant van de vis, van de kieuwdeksel tot aan de staartvin. De lijn is zelden recht, meestal naar boven gewelfd en soms met een 'breuk', waarbij het achterste deel vanaf een lager punt verdergaat; en soms onvolledig, niet tot de staart.

De zijlijn is een zintuig dat trillingen en waterbewegingen kan waarnemen. Daardoor kan het gebruikt worden om vijanden, prooien en soortgenoten waar te nemen. Zo kan de vis botsingen voorkomen, en de eigen positie ten opzichte van de ➛stroming bepalen om zo de zwemrichting te corrigeren (rheotaxis). Ook geluiden kunnen worden waargenomen, waarmee het een overlap vertoond met de ➛zwemblaas.

De zijlijn is vrij eenvoudig van vorm en bestaat uit een reeks poriën, die onderhuids met een kanaal in verbinding met elkaar staan. Dit zijlijnkanaal is gevuld met het omringende water. Drukgolven veroorzaken stromingen in dit kanaal, die opgepikt worden door de daarin aanwezige, zeer gevoelige receptoren of neuromasten: aan zenuwen verbonden haren die zijn verankerd in een langwerpig, geleiachtig lichaam van een paar tiende millimeters lang, de cupula. Deze staat dwars op de stroomrichting in het zijlijnkanaal. Stroming in het kanaal doet de cupula buigen, waardoor de haren zenuwen activeren.

Veel van de reacties van vissen op de aldus ontstane prikkels zijn reflexmatig, wat ook verklaart dat vissen springerig reageren op tikken op de aquariumruit, als iets in het water valt, hard geluid, etc.